Een uitgave van mats bv ©

1000 KUSJES

Jaargang III, 29

Pappa zit in een lolstoel, en dat komt omdat de dochter de 'r' niet kan uitspreken en omdat er een ongelukje is gebeurd. Tijdens een zakenreisje in Engeland worden op een nogal onbenullige manier wat botten en botjes gebroken. Dat was slikken, eh... schrikken, voor het thuisfront, maar hoe erg het allemaal is, dringt pas door als ik na een paar dagen links en rechts flink ingepakt word thuisbezorgd. Mij kunnen ze voorlopig afschrijven, constateert mijn echtgenote praktisch en het logeerbed wordt naar beneden gesjouwd. Het bankstel opzij geschoven om vrij baan te maken voor de rolstoel.
'Pappa heeft heel elg au,' constateert Elma de volgende ochtend bezorgd. Daar had mamma haar gisteravond al op voorbereid, maar nu ze het met eigen ogen aanschouwt, valt het haar niet mee. Ze staat er een beetje bedremmeld bij. Of ik me niet aanstel, heeft mijn zoon dan al uitgeprobeerd. In vol enthousiasme dat papa weer thuis is, neemt die een flinke aanloop en stort zich boven op me. Gevolg is een tweestemmig gebrul, ik sla hem onbedoeld met het gips om de oren en van de onverwachte beweging doet alles me nog eens flink pijn.
Daar staan, annex liggen we dan. Hoe moet dit verder? Hoe gaat het eigenlijk als mijn kinderen pijntjes hebben? Dan wordt het afgekust. Soms moet er jodium en een pleister aan te pas komen. Maar de gemiddelde huilbui kussen wij af. En zeg niet dat het niet echt helpt, dat het psychologisch is, want als we bij onze dochter niet precies raak kussen, is de pijn gewoon niet over. Bij onze zoon ligt het wat anders. Die is niet erg huilerig uitgevallen. In feite is hij gespecialiseerd in de korte-afstand-huilbui. Twee, drie uithalen, een traan of wat en het is over. Meestal is een prik in de buik dan voldoende om een vette grijns tevoorschijn te toveren en over te gaan tot de orde van de dag, of, in zijn geval: de wanorde van de dag.
Pappa is ook niet echt huilerig, maar best wel een beetje zielig en misschien moeten we het toch eens met kusjes proberen. Op hetzelfde moment dat ik het overpeins, schiet het m'n dochter ook te binnen.
'Pappa ik ga jou heel veel kusjes geven.'
'Ja,' stemt haar broer enthousiast in. Die is niet erg kusserig uitgevallen. In feite is hij gespecialiseerd in de lange-afstands-kus. Even de lippen tuiten en gillend van de lach hard weglopen als iemand in zijn buurt komt om terug te knuffelen. Maar hij snapt ook wel dat kusjes in dit extreme geval kunnen helpen en als zijn zus zich wil opofferen...
'Graag schat,' zeg ik, 'duizend kusjes kan pappa wel gebruiken.'
Ze is meteen begonnen en ze houdt het nog steeds vol. We hebben ze niet geteld, maar het zijn er vast al meer dan 1000. Maar wat het belangrijkste is: het gaat al weer een stuk beter met me.