Een uitgave van mats bv ©

AANSTELLEN

Jaargang V, 1

Het Grote Rode Gevaar, de kat, door zijn vrienden ook wel Sylvester genoemd, heeft een uitje. Uit veiligheidsoverwegingen houden we de bestemming een beetje vaag. Het kostte nu al genoeg moeite om dat grote sterke lijf in het ietwat krappe reismandje te proppen. Het mandje staat tussen de kinderen in en er komt een voortdurend geblaas, gegrom en geschreeuw uit.
'Sylvester is een beetje bang, geloof ik,' denkt de dochter.
'Stil maar Sylvestertje, ik ben hier,' troost de zoon, maar het helpt niet erg, integendeel, Sylvester lijkt nauwelijks gerustgesteld, het geblaas zwelt aan.
'Misschien denkt hij wel dat we weer op vakantie gaan en dat hij naar het pension moet.'
'Maar dat is helemaal niet zo...,' praat mijn dochter onheilspellend naar het mandje.
'We gaan naar de dokter!' vult haar broer triomfantelijk aan, niet te beroerd om de angstige kat een hart onder de riem te steken.
'Waarom moet Sylvester eigenlijk naar de dokter pappa,' vraagt zij weer argeloos.
'Hij wordt geopereerd en daarom brengen we hem nu en dan kunnen we hem vanavond al weer ophalen,' ontwijk ik.
'Dat doet zeker wel pijn, hè pappa?.' Mijn zoon bouwt de stress bij de kat zorgvuldig op. Uit het mandje klinkt een hoog en klagend gepiep.
'Nou daar voelt hij niets van hoor jongen, hij krijgt een spuitje van de dokter.'
'Spuitjes doen ook pijn.'
'Maar waarom wordt hij dan geopereerd?' De dochter vermoedt hier een smeuïg verhaal achter.
'Spuitjes doen soms heel erg pijn,' gaat de zoon onverdroten door. In de reismand is inmiddels sprake van regelrechte paniek. 'Ik was laatst op het conslu..eh..conste...'
'Maar waarom nou pappa?' Zijn zus valt hem in de rede, want het kan even duren voordat het juiste woord gevonden is.
'Con-sul-ta-tie-bu-ro! En toen kreeg ik een spuit en het deed wel pijn, maar ik moest toch niet huilen.' Hij moest de zin even afmaken, maar dat was eigenlijk een ander verhaal.
Ik zucht. We zijn bij ons thuis gewend de dingen bij de naam te noemen, dat is het probleem niet, maar je hebt er niet altijd even veel zin in.
'Sylvester wordt aan zijn piemel geopereerd, zodat hij geen kindjes meer kan maken, want er zij al genoeg kleine poesjes die geen huis hebben.'
Soms werkt het. Soms is een antwoord zo recht voor zijn raap en duidelijk dat er niets meer te vragen overblijft. Het is even stil.
'Dat is heel zielig,' concludeert zoonlief.
'Dat is helemaal niet zielig, want daar voelt hij bijna niks van. En daar merkt hij later ook niks meer van.'
'Maar dan hoeft hij zich toch ook niet zo aan te stellen?' meent mijn dochter.
Dat klopt, maar je ziet dat toch vaker bij dit soort operaties. Een hele hoop gedoe en zenuwen vooraf om achteraf te constateren dat de hele ingreep eigenlijk nauwelijks iets voorstelde.
En weer is het even stil, zelfs in de reismand lijkt het even rustig. We draaien de parkeerplaats van de dierenkliniek op.
'Ik heb Sylvester getekend,' vertrouwt mijn zoon ons toe, 'als hij dood is dat ik nog weet hoe hij was.'