Een uitgave van mats bv ©
ALLE EENTJES
Jaargang IV, 7
'We gaan eten,' besluit mamma.
'Nee,' zegt haar zoon.
'Zeker wel,' zegt mamma.
'Heb je geen honger jongen?' fleem ik, want het is zondag en dan maken we met z'n allen van de lunch een feestje. Goedschiks of kwaadschiks.
'Nee, eh…ja.' Hij twijfelt want hij is bezig aan een enorme toren van duplo en dus even niet met zijn hoofd er bij.
'Hij weet niet wat hommer is,' meent zijn zus, die tegenwoordig de r goed kan uitspreken, maar nu opeens moeite heeft met ng.
'Wel! Is van eten.' Hij mag dan de oorlog niet hebben meegemaakt, de jongen weet sinds jaar en dag wat hommer, eh… honger is.
We gaan natuurlijk toch eten, want bij ons mag iedereen er een eigen mening op na houden, maar mamma is gewoon de baas. Brood eten is veel leuker dan warm eten want je mag zelf aanwijzen wat er op komt en je kunt er allemaal leuke spelletjes mee doen. Bij mijn zoon zijn paddestoelenworst - cervelaat - en leverworst favoriet. De laatste soort gaat er in zulke grote hoeveelheden doorheen dat de mevrouw van de slager gevraagd heeft of mamma hem een keer wil meenemen. Dat wil ze wel eens in levende lijve zien. Wij vermoeden dat ze onze zoon in wil schakelen voor een reclamecampagne in de huis-aan-huis folder. Na haar chocopasta-periode is de dochter tegenwoordig in de abrikozenjam. Je kunt het als ouders zo gek niet verzinnen.
Vandaag doen we aan figuur-eten. Cijfers en letters.
'Dit is een een,' zegt mijn dochter en dat is een makkie, een afgekloven korstje.
'Alle eentjes zwemmen in het water,' associeert haar broer vrij.
'En dit is de letter van jou.' Een bochtje in het korstje.
'Niet mij opeten,' brult hij. Maar dat moet wel, want bij ons worden de korstjes ook opgegeten. Niet omdat wij de vogeltjes niet ook wat zouden gunnen of omdat het goed is voor de tandjes, maar gewoon omdat niemand het ooit in zijn of haar hoofd heeft gehaald om de korstje er af te halen. Waarom zouden we?
'Schat, je haren hangen in de abrikozenjam, even opletten. Je moet echt een staartje. Als je straks naar de basisschool gaat, moet je ook een staartje.'
'Nee, ik wil geen staartje.' Alleen bij hoge uitzondering en het staat haar zo schattig.
'Vlechtjes dan?'
'Nee ik wil ook geen vlechtjes.'
'Ik ook niet,' zegt mijn zoon aan wie helemaal niks gevraagd is.
'Jommens hebben helemaal geen staartje,' zij weer.
'Sommige jongens wel hoor schat,' meen ik genuanceerd te moeten wezen. En dat weet ze ook wel, want ze hebben de moderne jongeman die bij ons in de badkamer wat tegeltjes kwam zetten, met z'n tweeën geruime tijd met open mond staan aanstaren
'Ja maar sonnige jommens niet,' ze raakt er helemaal van in de spraakverwarring.
'Maar sommige…'
'Ophouden jullie,' maant mijn dierbare echtgenote.
De lunch op zondagmiddag. Voeden en opvoeden tegelijk. Wij koesteren dat.