Een uitgave van mats bv ©

ALLEEN VOOR DE GROTEN

Jaargang II, 34

Niet iedereen zit te wachten op de visite van een gezin met jonge kindjes, laten we eerlijk zijn. Niet iedereen heeft een gemêleerd bankstel waar een pap-spatje niet zo in het oog springt, een parketvloer waar een plasje melk vlot van is op te deppen of een vaste vloerbedekking waar een vertrapt koekje zich makkelijk laat uitpeuteren. Sommige mensen stellen zich van een zondags bezoekje iets anders voor dan het redden van vazen en koffiekopjes, het opbergen van afstandsbedieningen en het beschermen van huisdieren. Die verwachten een prettig gesprek, het ophalen van gezamenlijke herinneringen of een geslaagde diavoorstelling. En als het op eten aankomt, hoeft menigeen niet echt aan tafel met kwijlende, jengelende en spetterende koters, die de nouvelle kwisien alleen pruimen als hij flink geprakt is. Wij ouders mogen onze medemensen dat niet kwalijk nemen. Wij mogen ons al gelukkig prijzen als wij nog moeders hebben die onze koters toch graag willen zien of zussen die ons desondanks willen ontvangen.
Daarom richten wij zelf onze huizen zo in dat een blinde olifant geen kwaad kan aanrichten en gaan we als jonge ouders onder elkaar bij voorkeur bij elkaar op visite als we sociaal contact zoeken.
Zo hadden we laatst weer eens de vader en moeder van Daan en Anne op visite. Van Daan en wie? Van Daan, dochter d’r vriend, u weet wel, en Anne, het zusje van Daan die pakweg net zo oud is als onze zoon, en die net als hij wat op de achtergrond blijft - of verbeeld ik me dat? - omdat Daan, net als onze dochter, nogal om de aandacht vraagt. En het was natuurlijk weer hartstikke gezellig. Zo goed kennen we elkaar inmiddels dat niemand er meer van opkijkt als een gesprekspartner midden in een zin plotseling opstaat om een broek te gaan verschonen. Ongelukjes met omgevallen kopjes zorgen nauwelijks voor paniek. En niemand heeft eigenlijk nog in de gaten wie nou met wiens kind op schoot zit.
Dochter en Daan spelen lief met elkaars autootjes. Anne en zoon zijn nog te klein om elkaar de moeite waard te vinden en zoeken dus aansluiting bij grote broer en zus. Maar daar vangen ze bot: 'Alleen voor de groten,' zegt onze dochter pinnig en daar is Daan het mee eens.
Zo gezellig, dan mag het best eens een latertje worden. Anne in een campingbedje naast mijn zoon, Daan op een matras naast mijn dochter. De kleintjes, moe getijgerd en -gekropen liggen al snel te ronken, maar 'de groten' redden het niet. Te vreemd, te opgewonden of gewoon 'wil niet'; ze kunnen de slaap niet vatten bij elkaar op de kamer. En ze winnen het pleit: voor de helft in dekens gewikkeld, keert de visite huiswaarts.
Ze zijn wel groter dan de kleintjes, maar voor de eerste echte logeerpartij en een goed gesprek bij een helemaal leeggedronken fles moeten ze toch nog wat groter. Gelukkig maar, wij hebben niet zo'n haast.