Een uitgave van mats bv ©
B
Jaargang VII, 16
Het ligt heus wel in mijn aard om achteraf fijntjes op te merken 'dat ik het wel gezegd had', maar in dit geval is de situatie te ernstig. Direct na het dubbelsucces voor het zwemdiploma A, dacht mijn vrouw binnen een paar maanden het zwemdiploma B binnen te halen. Ik vond dat toen meteen al veel te ambitieus. Mijn dochter legde dan wel - weliswaar met gepaste tegenzin - een keurige schoolslag en enkelvoudige rugslag in het water, mijn zoon maakte zich er duidelijk met de Franse slag van af. Geen badmeester of examinator van de Koninklijke Zwembond leek er zich echter om te bekommeren en ze slaagden allebei. 'Mazzeltje,' dacht ik toen en 'niet overmoedig worden,' zei ik hardop.
Helaas dreigde ik gelijk te krijgen. De juf van de zwemschool had zich hardop afgevraagd of onze zoon wel zou mogen afzwemmen. Hij was er nog niet klaar voor meende ze. En dat is natuurlijk voor niemand leuk. Voor die zwemschool niet, die toch heel wat heeft uit te leggen voor ons dure geld. Voor zijn zus niet, die niet besmuikt - lekker pûh - mag lachen. Voor de jongen niet, hoewel de beloning voor het B-diploma toch gewoon doorgaat, omdat een weekendje Disneyland nu eenmaal van te voren moet worden geboekt. En al helemaal niet voor mama, hoewel die de laatste tijd de fitnessruimte van het zwembad heeft ontdekt en van de nood een deugd en een strak lijf maakt.
En hoewel ik het dus al gezegd had, begrijp ik de berusting in de familie niet. Iedereen lijkt zich bij het onvermijdelijke te hebben neergelegd. Dus wordt het tijd voor papa-actie onder het familie-motto: 'Dat zullen we dan nog wel eens zien.'
Op zondagmorgen op naar het beruchte afzwemzwembad. Ik heb mijn hele leven nog niets klakkeloos aangenomen van juffen en meesters, en dus ook niet van zwemjuffen en badmeesters. We brengen het naar de kinderen toe als een lollig uitstapje, we moeten er in verband met mijn zoons kwetsbare egootje vooral niet te zwaar aan tillen, maar het is mij heel erg menens.
Ik moet de zwemschool nageven dat ze het examenprogramma er stevig in gedrild hebben. Ik had het van mijn echtgenote op stencil meegekregen en dus in de kleedkamer laten liggen, maar mijn kinderen kennen het uit hun hoofd. Omdat er na afloop van de verplichte stof gedold gaat worden op de glijbaan en in het bubbelbad, gaan ze voortvarend te werk. Een paar honderd meter schoolslag, rugslag, borstcrawl. Minutenlang watertrappelen, met en zonder handen boven water en ronddraaien. Niet via het trapje op de kant klimmen. Duiken en een stuk onder water zwemmen. Hijgend en proestend tussen een paar flinke slokken chloorwater door moedig ik ze aan. Steeds een half baantje achterop.
'Deze jongen kan zonder meer afzwemmen,' besluit ik tegen mijn vrouw die niettemin meent te moeten afwachten wat de hoofdinstructeur in tweede instantie besluit.
Om een lang verhaal kort te maken: aanstaande zaterdag zwemmen ze allebei af voor hun B-diploma. Ik weet niet of ik er klaar voor ben om langs de kant te zitten.