Een uitgave van mats bv ©
BESCHEIDEN
Jaargang V, 14
Ze hebben bij mijn dochter in de klas klaarblijkelijk gesproken over wat ze willen worden, later als ze groot zijn. Zij zou gezegd hebben dat ze prinses wilde worden en ze had een passende tekening erbij gemaakt. Een vriendinnetje wilde kapster worden en een ander piloot, of juf. Elma had er al over verteld en als ik haar 's ochtends weer eens naar school breng, zie ik aan een slinger van tekeningen hoe ze het bedoelen. Nu ik er over nadenk, valt me op dat ik niet op de jongens heb gelet; of dat nog mooie verschillen opleverde met de meisjes of juist niet. Dat hoofdstuk komt volgend jaar aan de orde als mijn zoon ook naar school gaat.
'Elfenprinses zal ze bedoelen,' glimlacht juf, maar ik geloof niet dat ze er verder veel aandacht aan besteed heeft.
Ik houd me op de vlakte. Wij weten bij ons thuis allemaal dat onze zus en dochter helemaal geen prinses wil worden en zeker geen Elfenprinses. Die wil gewoon koningin worden, maar het kind stelt zich in gezelschap graag bescheiden op en die bescheidenheid siert haar. Dat bleek ook wel tijdens het 'tienminutengesprek' dat ik pas geleden weer met juf had, al ging het toen over iets heel anders.
Wij besteden er thuis ook niet overdreven veel aandacht aan, omdat wij het eerlijk gezegd niet zo belangrijk vinden. Nu nog niet tenminste, later piepen we misschien wel anders. Wij zouden er voor tekenen dat ze straks een leuke vent treft, kindjes en een huisje maar net zo goed datze gaat voor ambitie en carrière. Als ze maar doet wat ze wil. En als ze maar de tijd heeft gehad om uit te vinden wat ze wil.
En voorlopig heeft ze nog wel even de tijd. Maar we praten er zo nu en dan natuurlijk wel over. Hoe ze zich dat dan voorstelt, met wie ze dan gaat trouwen?
'Met Eric misschien?' twijfelt ze.
'Maar die zou dan koning moeten zijn,' zie ik haar denken en dat ziet ze toch niet zo gauw gebeuren.
'Van welk land word je dan eigenlijk koningin?' vraag ik me hardop af, want van Nederland, met Alex, dat zie ík dan weer niet zo gauw gebeuren.
Dat zijn toch vragen waar we allemaal niet zo een-twee-drie een antwoord op hebben en zo zie je, het is nog best een lange weg naar het koninginnenschap.
Laten we maar eens beginnen op een zondagmiddag langs het paleis te toeren. Kijken hoe je dan komt te wonen. We nemen wat binnendoorweggetjes, zodat we de mooie oude auto van pappa meteen even uit kunnen laten. We benaderen het paleis van de achterkant en we kunnen dus niet zien of de vlag uithangt.
'Want als de vlag uithangt...,' ja dat weten ze nou wel, op de achterbank, want we nemen deze route niet voor de eerste keer. '...dan is de koningin thuis.' Of in dit geval de koningin-moeder, maar een kniesoor die op dat detail let.
'Ja ik zie hem,' mijn zoon heeft hem het eerst gezien als we de hoek omdraaien. En inderdaad, de vlag hangt uit.
'Ja,' constateert zijn zus nu ook, 'ik ben thuis.'