Een uitgave van mats bv ©
BESCHERMD STADSGEZICHT
Beethovenlaan, Hilversum
BUITENMAT
1/18/20253 min read
Wij wonen in een laan in de klassieke zin van het woord. Wij wel. Aan weerszijden twee-en-een-halve-man-dikke beuken. Wij weten niet hoe oud beuken kunnen worden, maar die in onze laan zijn van de leeftijd dat er nu en dan een komt te overlijden. Dat hoeft trouwens niet van ouderdom te zijn, dat kan ook van een gevreesde beukenziekte komen. De bomendienst van de gemeente zaagt ze dan gecontroleerd om, legt het hout in grove stukken voor de deur van mijn buurman die het verder verwerkt voor in zijn houtkachels en plant dan gewoon een nieuwe. Zo’n laan. Een zachte berm van mos en gras, een stoep en de huizen een flink stuk van de weg af.
Wij hebben daar in onze laan wel eens een ambtenaar betrapt die beukennootjes liep te rapen.
‘Wat doet u daar?’
‘Waar denken mevrouw, meneer eigenlijk dat de kleine beukenboompjes vandaan komen,’ antwoordde de bomendienst-medewerker gevat.
Beuken zijn prima bomen om in je laan te hebben. Prachtig lichtgroen licht in de lente, rijke schaduw in de zomer, bontbruin in de herfst en een interessant staketsel in de winter. Jammer eigenlijk alleen van de rotzooi die de afgevallen bladeren elk najaar weer geven. Maar ook daar is de gemeente behulpzaam. Als wij op tijd zijn met het bij elkaar harken en aan de straat, pardon: laan, leggen van de bladeren uit onze tuin, neemt de gemeentelijke bladdienst die in een machtige beweging, ‘actie bladslag’ genaamd, mee. Geen idee waarheen eigenlijk. De enorme bomen zwaaien flink als het stormt maar wekken de indruk van onontwortelbaarheid. Totdat de bomendienst zich aankondigt.
Er is met onze laan iets aan de hand wat je niet direct in de gaten hebt, als je er doorheen rijdt. Want hoewel er in onze laan helaas auto’s mogen rijden – één richting weliswaar, maar tóch – staan er geen auto’s geparkeerd. Ze zijn er natuurlijk wel, want wie in zo’n laan woont, heeft tenminste één auto – behalve overigens onze buurman, die van de houtkachels - maar ze staan geparkeerd op de opritten.
Dat is een vreemd gezicht, voor de moderne autogeconditioneerde mens, een laan zonder geparkeerde auto’s. Een beetje overdreven zelfs, een beetje tevéél laan bijna. Maar wij koesteren ons unieke laan-aanzicht. Te vuur en te zwaard. Want het komt niet vanzelf. Zelfs onze kinderen waarschuwen argeloze parkeerders van nabijgelegen kantoorgebouwen, met een wettelijk voorgeschreven tekort aan parkeerplaatsen, om niet voor onze deur te parkeren, waar het in principe – ons ondanks – vrij parkeren is. ‘Papa en mama willen niet dat u hier parkeert, anders komt er een kras op uw auto.’ Zo erg is het niet, maar een dreigbrief onder een ruitenwisser en de andere recht omhoog gezet, is wel altijd het lot van de ongewenste parkeerder. En dan treft hij of zij het nog als ze mijn vrouw niet in levende lijve treffen. Ik heb ze wel in de discussie zien gaan én onveranderlijk het onderspit horen delven. Als er geen parkeermeter staat, wil het – zeker wat mijn vrouw betreft – nog niet zeggen dat het vrij parkeren is. Onze vrienden van de gemeente steunen ons sinds kort in dit beleid en verschaffen het aldus enige legitimiteit. De dienst stadsgezichten heeft onze buurt sinds kort namelijk aangemerkt als beschermd stadsgezicht. Dat betekent onder andere dat er in de buurt niet meer geparkeerd mag worden in de bermen. De maatregel was blijkbaar nodig omdat er aan de randen van onze wijk steeds meer appartementen worden gebouwd, zonder eigen oprit, wat een overvloed aan her en der in onze kwetsbare bermen geparkeerde auto’s opleverde. Op zichzelf hebben wij niets tegen appartementen of hun bewoners, noch hun visite. De ervaring leert ons dat nieuwe bewoners hun nieuwe buurt en status vaak nog nadrukkelijker koesteren dan de autochtone.
De laan aan de beuken, de opritten aan de auto’s. Bijna goed. Tussen onze stokende buurman en ons, buiten bereik van de gemeentelijke bomendienst en dienst stadsgezichten, floreert een onmatige uitheemse den of spar, naaldboom in elk geval. Ogenschijnlijk permanent groen, feitelijk voortdurend naaldincontinent. Verstopt ventilatieroosters en afwateringsgootjes van onze automobielen. Onsympathieke boom, die niets in onze laan te zoeken heeft, knettert in de open haard en waarschijnlijk nog het best tot zijn recht zou komen als mast van een tall ship.
Was het een beuk geweest, had buurman hem al lang opgestookt.