Een uitgave van mats bv ©

Een blogbericht

Jaargang IV, 30

We doen een dagtochtje. Naar Amsterdam maar liefst. Eerst nemen we de trein, dan een ijsje, vervolgens de rondvaartboot en tenslotte weer de trein terug. Een klassiek programma, mogen we wel zeggen, opgebouwd uit louter hoogtepunten. Dat begint dus met de trein. Op het station waar we anders alleen komen om oma van de trein te halen, gaan we nu kaartjes kopen. Je moet tegenwoordig van goeden huize komen om de volle mep te betalen voor een treinkaartje, hebben wij van de reclame begrepen, want half Nederland heeft wel een kortingspas, week-, maand- of jaarkaart, dalurenkaart of iets dergelijks. Mijn echtgenote en ik kunnen echter geen enkele kaart tonen en worden dus voor vol tarief aangeslagen. 'Twee retourtjes Amsterdam, tweede klasse,' bestel ik wat onwennig, maar de juffrouw achter het loket houdt haar gezicht keurig in de plooi. Onze dochter, die zojuist haar vierde verjaardag heeft gevierd, blijkt vervolgens een railrunner. Dat kost maar een rijksdaalder en daarvoor krijgt ze een echt treinkaartje en bovendien een leuk doe-boekje voor onderweg. Tot zijn grote verdriet is haar broer nog niks, geen kaartje dus, maar gelukkig krijgt hij ook zo'n boekje. Aardige mevrouw achter het loket, dat begint al goed. De forens die elke dag openbaar reist, zal het zich niet kunnen voorstellen, maar voor kinderen die op de achterbank van een auto opgroeien, is de trein een evenement. Keihard gaat het en je kunt vooruit en achteruit en om beurten naast pappa en mamma zitten. Wat onze kinderen betreft, kan de auto in de krant te koop worden aangeboden.
In Amsterdam informeren we meteen even naar de tarieven van de rondvaartboot. 'Kinderen jonger dan vier jaar zijn gratis.' Er wordt verder met geen woord over gerept, maar als we doorlopen naar de ijsjeswinkel, lijkt de dochter zich te realiseren dat haar ouders wel eens zouden kunnen gaan liegen over haar leeftijd. Om een paar centen uit te sparen! 'Maar pappa, ik ben toch al vier.' Dat is waar. 'Ik ook,' zegt de zoon en dat is niet waar en dat wordt dus de opperste verwarring straks bij de kassa als we echt kaartjes willen kopen. Dat willen
we voorkomen en mamma loopt vast vooruit met ze naar de klaarliggende boot als pappa de kaartjes koopt. Niemand vraagt naar de leeftijd en niemand hoeft dus te liegen.
De rondvaart valt wat tegen. Het smalste huis van Nederland blijkt tegenwoordig niet meer op de route te liggen en de poezenboot ook niet. Jammer, want die hadden zeker tot de verbeelding gesproken. De favoriet van alle buitenlandse toeristen, het Anne Frank Huis, maakt nog geen enkele indruk. Dat hoeft ook nog niet, vind ik.
Gelukkig is er daarna al weer de trein terug.
'Ik ben al vier,' meldt onze dochter ongevraagd aan de conducteur die de kaartjes komt knippen en ze overhandigt hem trots haar railrunnerkaartje. Blijkbaar heeft het arme kind een raar gevoel overgehouden aan het gedoe bij de rondvaartboot.
'Ik ook,' brengt onze zoon ons allemaal in de problemen.