Een uitgave van mats bv ©

BRILLETJE

Jaargang V, 35

We mogen het natuurlijk niet zeggen, of zelfs maar denken, maar de ziekte van mamma heeft ook plezierige kanten. Ik doe weer eens dingen met mijn kinderen die mijn dierbare echtgenote onder normale omstandigheden waarschijnlijk voor haar rekening genomen zou hebben.

Zo word ik vandaag met mijn dochter naar de oogarts gestuurd, waar het kind een brilletje zal worden aangemeten. En pappa moet zich daar niet over aanstellen. Bij haar in de klas zijn wel meer kinderen met een bril en daar wordt tegenwoordig helemaal niet meer moeilijk over gedaan. Net als met een beugeltje. Het zou veel erger zijn als het kind niet mee zou kunnen komen omdat ze niet op het bord zou kunnen lezen.

Maar als je drie zussen hebt zien worstelen met de meest bizarre brilmonturen voordat ze de leeftijd van contactlenzen hadden, stap je daar niet zomaar overheen. Zelf ben ik jarenlang steeds een tafel dichter bij het bord gaan zitten, totdat ik uiteindelijk op de eerste rij zat in de klas, waar ik me natuurlijk helemaal niet op mijn gemak voelde onder de directe aandacht van de leraren, zodat ik er uiteindelijk niet onderuit kwam om toch maar naar de oogarts te gaan. Inderdaad, het zit aan mijn kant in de familie, want mijn dierbare echtgenote ziet nog steeds een mus in de dakgoot poepen.

Nee, er zijn nog geen contactlenzen voor kinderen van vijf en het is misschien leuk als ik op de terugweg ergens een zonnebril met haar ga kopen, dan kan ze vast wennen.

Het is een waar genoegen met haar alleen op stap te gaan. Ze gedraagt zich voorbeeldig, is vriendelijk en beleefd tegen de dokter en begrijpt onmiddellijk wat de bedoeling is en hoe het werkt.

Ze zit op een krukje met een driepoot in de hand die ze moet draaien naar aanleiding van de voorbeelden die steeds kleiner op de muur in de verte worden afgebeeld. Ik zit naast haar en tuur ingespannen met haar mee. Als snel begin ik in de gaten te krijgen dat het allemaal wel meevalt met dat brilletje. Als ik haar al had willen helpen, wat ik niet wil, want ik ben wel ijdel namens mijn dochter, maar niet gek, dan zou ik het nog niet gekund hebben, want ze ziet meer dan ik. Soms heb ik het idee dat ze een beetje gokt, maar volgens de dokter is ze wel slim, maar is het niet mogelijk om de zaak zo consequent te foppen.

'Maar als u twijfelt, kunt u over een poosje nog eens terugkomen.'

Wij twijfelen helemaal niet, want wij zijn geen dokter en wie zouden wij zijn om het beter te weten en we huppelen welgemoed het ziekenhuis uit.

Het had ons echt niet uitgemaakt hoor, zo'n brilletje, want ze hebben tegenwoordig hele lollige montuurtjes voor die kinderen en het allerbelangrijkste is natuurlijk dat ze goed op het bord kan kijken als ze straks moet leren lezen en schrijven, maar we besluiten wel stilzwijgend dat we het zonnebrilletje, hoewel beloofd, ook maar laten zitten.