Een uitgave van mats bv ©
CARPOOL
Jaargang IV, 10
Sinds enkele weken carpool ik. Niets is mij teveel voor behoud van het milieu en daar komt nog bij dat de collega die een paar dagen in de week met mij mee rijdt, geen rijbewijs heeft. Het is echt geen moeite, ik kom bijna bij hem langs en tegen de tijd dat ik bij hem ben, ben ik al een kwartier onderweg en hebben we het ergste van de ochtend achter de rug. Het wordt dan nog wel eens flink gezellig. We praten over het werk, over koetjes en kalfjes en over hoe het weekeinde was. En soms over niks. Ik geef commentaar op mijn medeweggebruikers en hij is het altijd met me eens natuurlijk, want je bijt niet in de hand die je rijdt. En 's avonds rijden we weer samen terug.
Maar als het wat langer duurt, dat poolen, raken de koetjes en kalfjes een beetje op en gaan de gesprekken wat dieper. Als vanzelf gaat het dan ook over de opvoeding van de kinderen. Ik vertel, zoals bekend, graag over die van mij en hij doet hetzelfde over zijn zoon. Ik ken die jongen ook, een opgroeiende puber, waar helemaal niets mis mee is. Maar wel een opgroeiende puber. Nu ga ik beslist niet uitweiden over die knul, want zijn vriendjes zullen er maar achter komen en hij moet zich wel nog kunnen vertonen op school, maar oei, oei, wat wordt het moeilijk als ze ouder worden. We hebben het dus, voor alle duidelijkheid, over een leuke, frisse Hollandse knul en een gewoon, prettig alledaags gezin, maar het gaat wel over hoe laat thuis komen, het eerste sigaretje en een verknoeid proefwerk geschiedenis omdat de juf van dat vak de pik op hem heeft. En bij hem in de klas wordt al gerookt en gespijbeld en de jongens en meisjes beginnen wel degelijk belangstelling voor elkaar te krijgen. Ik weet eigenlijk niet of ik het allemaal al wil horen. Maar ik luister toch gretig, want een goed vader is op zijn toekomst voorbereid. Maar waarom weet ik nou opeens niet meer zo zeker dat ik het later allemaal goed zal doen?
Om drie uur thuis komen van een klassenfeestje? Van mij zou hij huisarrest krijgen. Ruzie met de geschiedenisjuf? Hup, naar je kamer, huiswerk maken. Ik schrik van mezelf. 'Maar wij maken ook wel eens ruzie met hem,' zegt mijn collega, 'zodat hij boos naar zijn kamer kan gaan. Daar heeft zo'n jongen recht op.' En als hij ziet hoe moeilijk ik het er mee heb: 'Je groeit er vanzelf in hoor; ze worden niet in een keer ouder.'
Ik verzink in een diep gepeins. 'Ik zal je verhalen over je opvoeding met belangstelling blijven lezen,' probeert mijn collega me een hart onder de riem te steken. Hij ziet wat hij heeft aangericht. De rest van de weg blijft het stil in de auto. Ik neem me voor dit weekeinde een lange boswandeling te maken met mijn zoon.