Een uitgave van mats bv ©

DE ALLERLIEFSTE

Jaargang I, 10

De medische stand heeft ons op de hoogte gebracht van het geslacht van nummer twee. We weten wat het wordt, maar we zeggen het tegen niemand. Bij onze dochter hielden we iedereen zo gedetailleerd op de hoogte dat geboortekaartjes uiteindelijk bijna overbodig waren, maar nu houden we het helemaal voor onszelf. We zullen ons ook niet verspreken. Als we 'hij' zeggen, doen we dat omdat alle baby-boeken alle baby's zo aanspreken. En als we 'zij' zeggen, doen we dat omdat we dat zo gewend zijn van onze dochter. Waar het kan, zullen we in het openbaar er over spreken als 'het'. Gewiekste oma's die willen gaan breien, krijgen te horen dat jongetjes en meisjes tegenwoordig dezelfde kleuren dragen. Alleen onze dochter kan roet in het eten gooien. Die weet natuurlijk wel wat het wordt en die zou nog wel eens net te vroeg kunnen gaan praten.
Het idee om het zo te doen komt van mijn vrouw en ze bedoelt het als positieve discriminatie. Ze is namelijk bang dat nummer twee, die zo makkelijk verwekt is, die zo snel achter dat bijzondere eerste kind komt, dat die niet de aandacht en liefde krijgt waar het recht op heeft, dat hij of zij een beetje op het tweede plan komt, na schatje één.
Eigenlijk merkwaardig, want ze is zelf thuis de oudste en dat dat - zeker voor dochters - ook niet zonder slag of stoot gaat, lijkt ze even te vergeten.
Ik weet dat het moeilijk uit te leggen is, maar ik weet van mijn eigen moeder dat allebei je kinderen het allerliefste kunnen zijn. Sterker nog, als mijn vrouw haar plannen voor een groot gezin hard wil maken, dat dan al je kinderen het allerliefste zijn.
Ik heb mijn moeder eens met een stalen gezicht vlak achter elkaar tegen twee willekeurige kleinkinderen horen zeggen dat ze de allerliefste waren. Dat die meiden dat aan elkaar doorvertelden en vervolgens oma ter verantwoording riepen, is voor dit verhaal even niet belangrijk. Oma zou trouwens oma niet zijn als ze zich daar niet op een volledig geaccepteerde manier had uitgekletst. Ik bedoel maar, het kàn.
Terwijl ik dit zit te tikken kruipt mijn dochter vrij rond. Enerzijds omdat dit verhaaltje af moet, anderzijds omdat ze ook best wel eens onopgepast mag.
Ze profiteert volop van haar vrijheid: stilletjes zit ze de nieuwe tv-gids in stukjes te scheuren. Als ik haar roep, kijkt ze op met zo'n blik van 'ik weet heus wel dat ik stout ben, maar jij en ik weten ook dat ik nog veel te jong ben voor een flink pak op de broek.' Tenminste zo vertaal ik die scheve grijns. Ik grinnik maar eens terug.
'Jij bent pappa's allerliefste,' zeg ik, 'en dat blijf je.'
En dat weet ze.