Een uitgave van mats bv ©
DE NIEUWE POP
Jaargang VI, 13
Haar twee elleboogjes zijn stevig op tafel geplant en dat kan omdat ze met haar knieën op de stoel zit. Haar kin steunt op twee handjes tegelijk, puntje van de tong door het gat waar haar eerste tand verdwenen is. In volle aandacht voor de verrichtingen van haar moeder. Die heeft ook het puntje van haar tong naar buiten, maar dat mag dan ook wel. Mijn dierbare echtgenote is namelijk onverhoeds aan het knutselen geslagen op de naaimachine. Sinds we de zolder hebben opgeknapt staat die naaimachine daar opgesteld. Flink in het zicht. Dat moest een keer fout gaan. Het begon met gordijntjes voor school en al snel waren zelfs kussentjes met een rits geen uitdaging meer. En nu heeft ze zich uiteindelijk gestort op het recept voor een pop, uit een tijdschrift dat ik van mijn werk heb meegenomen. En later nog een keer omdat het eerste exemplaar in de strijd was gebleven.
Behalve u en wij thuis met z'n allen is de halve middenstand van onze woonplaats van dit ambitieuze project op de hoogte. Diep achter in hun magazijnen hebben ze moeten zoeken naar het juiste stofje en precies de goede drukknoopjes. Met een haast verbeten precisie en met groeiend zelfvertrouwen werkt ze door, en ze vordert gestaag. Aan de zijlijn wordt ze voortdurend en enthousiast gecoacht door haar dochter, die haar mateloze bewondering voor haar moeder niet onder stoelen of banken steekt.
Het hele tafereel doet me denken aan de jas die mijn moeder ooit voor mij naaide. Nee, geen zielig verhaal dat we het vroeger niet zo breed hadden, want een jas voor mij kon er heus wel af. Maar mijn lange blauwe winterjas was hevig uit de mode, maar nog lang niet versleten. Tegelijkertijd kon ik in de winkel niets van mijn gading vinden. Dat luisterde toen al heel nauw bij mij. Zo nauw dat mijn moeder er van overtuigd was dat ik de jas, die zij met bloed, zweet en tranen voor mij aan het maken was, waarschijnlijk nooit zou dragen.
'Ik weet niet waar ik het voor doe,' hoor ik haar nog mopperen als ze weer een naald brak op de stugge stof. Maar net als mijn dochter, week ik geen moment van haar zijde, bleef haar enthousiast steunen en zo kon ik meteen precies aangeven hoe ik het wilde hebben. De zakken precies diep genoeg, de mouwen lang genoeg. Ik kreeg de perfecte jas en ik heb hem gedragen totdat hij in vodden van mijn lijf viel.
Ik gun de nieuwe pop van harte hetzelfde lot, daarom mag niets aan het toeval worden overgelaten en ik merk dat mijn dochter daar op toeziet.
'Dit is niet helemaal precies hetzelfde,' constateert ze, als ze het lijfje van de pop, waar mijn dierbare echtgenote zo kunstig het ondergoed op heeft geschilderd, vergelijkt met de foto in het tijdschrift.
'Maar daar gaan we niet moeilijk over doen.'
Dat is niettemin de reden dat het schilderen van het gezichtje is uitbesteed aan een bevriende vaste hand.