Een uitgave van mats bv ©
DE SCHEIDING
Jaargang III, 27
Telefoon. 'Met Mieke van Villa Kakelbont.'
Onmiddellijk en automatisch treedt alarmfase 1 in werking. Villa Kakelbont is de crèche van die van ons en die hoeven normaal gesproken niet te bellen. En als ze toch bellen terwijl ze mijn zoon en dochter onder hun hoede hebben, moet ik toch met grote vreze vrezen dat zij uit het hoge klimrek gekletterd is of dat hij een fles bleekwater voor 'mima', limonade heeft aangezien. Mijn hartkloppingen moeten aan de andere kant van de lijn te horen zijn geweest, want ze stelt me meteen gerust. Dat ik niet hoef te schrikken, want er is niets aan de hand, maar ze willen eens praten.
Als mijn vader vroeger zo'n telefoontje kreeg, kon ik de klok gelijk zetten op tenminste twee weken huisarrest, maar dat terzijde.
Het probleem was dat onze zoon in het najaar 'naar beneden' zou verhuizen, naar de groten. Zijn hartsvriendin zou tegelijkertijd verhuizen, want die is van ongeveer dezelfde leeftijd. En nu waren er twee opties: of ze zouden naar verschillende groepen gaan, of ze bleven samen, maar dan zouden ze in de groep van onze dochter belanden. Dat druiste een beetje in tegen de crèche-politiek die gebiedt om nooit broers en zussen in dezelfde groep te zetten. De oudste voelt zich dan vaak verantwoordelijk voor de jongste.
In het geval van onze dochter willen we haar dat inderdaad nu nog niet aandoen, we kunnen zelf ternauwernood de verantwoordelijkheid over haar broer aan. Tegelijkertijd vinden we het ook zielig om vriend en vriendin te scheiden, we vrezen dat het zijn hart zou breken.
'Waarom zoeken jullie dat nou niet leuk even zelf uit,' denk ik in een flits, maar ik zeg het natuurlijk niet.
'Wat vinden jullie?'
De stemmen staken, begrijp ik. De leidsters van de groten willen bij voorkeur aan het principe vasthouden dat broer en zus apart moeten. De leidsters van onze zoon en zijn vriendin stemmen voor de innige vriendschap.
Veel later, dezelfde dag, zijn mijn echtgenote en ik er nog niet uit. Wij willen niettemin in het komende gesprek bij voorkeur met een gezamenlijk standpunt komen. Wij hebben dan al overwogen dat mijn echtgenote uit eigen ervaring weet dat het helemaal niet leuk is om als oudste zus steeds op je kleine broertje te moeten letten, maar dat het nog veel minder is als je ouders zich met je verkeringen bemoeien. Dat onze dochter recht heeft op een onbekommerder crèche-tijd. Dat we ons met z'n allen wel druk maken om onze zoon maar dat niemand zijn vriendin wat gevraagd heeft. Die schijnt soms een heel weekend bij te moeten komen van de inderdaad wat dwingende liefde van mijn zoon.
Via een goed gesprek op de crèche met onze knieën tegen de kin vanwege de kleine stoeltjes komen we eruit. We laten ons misschien een beetje bij de hand nemen. We zijn het helemaal eens met de beslissing, maar lopen toch wat weemoedig naar huis.
'Ik hoop dat het een mooie nazomer wordt,' zegt mijn echtgenote.
Ik snap wat ze bedoelt; dan zien ze elkaar nog eens bij de zandbak