Een uitgave van mats bv ©

EEN ZWALUW

Jaargang III, 42

Of er wetenschappelijk onderzoek naar is gedaan, weet ik niet. Je kunt je afvragen of zo'n onderzoek ooit betrouwbaar zou kunnen zijn, want wie durft er nu echt voor uit te komen? Dus als er al cijfers en percentages zijn, ken ik ze niet en ik zou er ook niet te veel waarde aan hechten. Niettemin schijnen badmeesters vrij nauwkeurig te weten hoeveel chloor en chemicaliën ze door het badwater moeten mengen, dus er is wel over nagedacht. Plassen in het zwembad.

Uit eigen ervaring, dat wil zeggen van het jaarlijkse schoolreisje met Simon, weet ik dat het in elk geval bij het babyzwemmen algemeen voorkomt.

Er zijn mensen die het open zwemwater daarom verkiezen boven een zwembad. Die vergeten dan dat vissen er ook hun eigen gewoonten op na houden om nog maar te zwijgen van al dat andere kroelende, woelende en prikkend ongedierte en monsters.

Het schijnt te maken te hebben met de veilige warmte van het water om je heen. Persoonlijk ben ik er van overtuigd dat het ook te maken heeft met het feit dat er geen haan naar kraait.

Dat en gemakzucht zijn in elk geval de belangrijkste redenen dat mijn zoon in bad plast zodra hij er in zit. En om een of andere reden heb ik het idee dat hij ook hierin niet uniek is, maar ik kan het niet met cijfers staven.

Maar al kan ik het me voorstellen, ik wil het toch niet hebben. Zijn zus zit namelijk in hetzelfde badje. Voor haar geldt trouwens hetzelfde. Wat je in je eigen badje doet, moet je zelf weten, maar als je met z'n tweeën gaat, hou je rekening met elkaar. Om die reden gaat mijn dochter altijd eerst even naar het toilet, of ze moet of niet. Bij hem kan dat nog niet, die is nog niet zo ver. Maar hij wil wel altijd hetzelfde als zijn zus, dus af en toe wordt hij ook op de pot getild.

Maar vanavond niet, want het is al laat, we willen nog even opschieten. Maar hij houdt echt voet bij stuk en, zucht, dan moet het maar. Niet op de pot, maar meteen op de grote wc. Als hij er boven balanceert, zonder de hulp van pappa, kromt hij het ruggetje, even een geluidje en warempel: drie druppeltjes.

Mamma er bij gehaald, flink gejuicht en geklapt. Het is maar één zwaluw, maar in zijn enthousiasme en voor dit publiek doet hij het meteen nog drie keer. Elke keer drie druppeltjes, elke keer een halve rol papier en elke keer doortrekken.

'Als we dat eens mogen beleven,' zegt mijn vrouw die hele frisse en goedkope tijden ziet aanbreken.

'Kan de Margriet ook weer gewoon bij de lunch worden gelezen,' fantaseer ik met haar mee.

Onze zoon stapt in bad en hij zit nog niet of er glijdt een schaduw van verlichting over zijn gezicht. Ik ken dat: het vervolg van die 12 druppeltjes.

'Dat kan nog wel even duren,' realiseren mijn vrouw en ik ons tegelijkertijd.