Een uitgave van mats bv ©
GROTER DAN KLEIN
Jaargang III, 33
Mijn zoon en ik nemen samen de week door. Een bewogen week mogen we wel zeggen. Een week eigenlijk waarin hij groot is geworden. Nou ja, groot; groter dan klein in elk geval. Na een paar keer 'wennen' is de overstap van de Pollekes, de kleintjes, naar de Monkies, de groten op de crèche definitief. Niemand vond het leuk en toch is het gebeurd. Bij het wennen heeft hij zich nog flink gehouden. Een keer moest hij maar huilen toen zijn eigen juf wegging en de hele eerste dag heeft hij met een klein snoetje de hand van zijn nieuwe juf vastgehouden. De juffen van de Monkies zijn zeker even lief, maar tot nu toe heeft hij elke morgen even hartverscheurend gehuild als ik hem bij ze achterliet. Ik zie ook wel dat het alweer over is als ik buiten langs het raam loop en naar binnen kijk, maar leuk is anders. Zo erg is hij op zoek naar herkenningspunten en houvast, dat hij zich zelfs vastklampt aan de benen van de vader van zijn vriendin, die hij ook al achter heeft moeten laten. Ik herinner me niet dat mijn dochter zo'n grote moeite had toen ze overstapte. Maar die was dan ook niet zo lang bij de kleintjes geweest en die heeft bovendien wat meer van een binnenvettertje.
Enfin het is hard, maar het moet nu eenmaal even en een goed gesprek kan helpen.
'Hoe was het vandaag, jongen?'
'Zij mij slaan.' Blijkbaar eerst even de lopende zaken doornemen.
'Heb jij hem geslagen?'
'Ja, maar...'
'Je mag je broer niet slaan.'
'...hij heeft mij eerst geslaan.'
'Jij mag je zus niet slaan.'
'Nee.'
'Nee.'
Een goedkoop succesje om te beginnen. Zonder vergaande maatregelen te moeten treffen, volledige overeenstemming bereikt.
Verder met ons therapeutisch gesprek.
'Was het leuk op school?'
'Ja, leuk.'
'Diana lief?' 'Ja.' 'Sandra lief?' 'Ja.'
De jongen is duidelijk van slag af, want normaal is iedereen stout.
Een laatste controle: 'Pappa lief, zusje lief, mamma lief?'
Driemaal 'ja', het zit dieper dan ik dacht.
'Bij haar geweest.' Hij gaat nu echt vertellen.
'Hij is helemaal niet bij mij geweest,' reageert zijn zus verbaasd en obstinaat. Dit gesprek raakt kant noch wal.
'Morgen weer?' vraag ik.
'Nee!' dat is duidelijk weer onze zoon. Morgen hoeft hij ook niet, we hebben een lekker lang weekend onder elkaar voor de boeg en we zullen hem eens lekker verwennen. Te beginnen met een dikke knuffel nu, gevolgd door een flinke stoei- en smijtpartij, 'keten' noemen we dat.
Als ik hem later in bed leg, heeft hij nog een laatste mededeling. Ik haal de speen uit zijn mond om hem te kunnen verstaan, 'wat zeg je jongen?'
'Wellerus pappa.' Twee warme handjes om mijn hals en een hele natte kus.
Klein groot ventje, nog geen twee jaar. Ik trek een stoel bij en blijf even naast zijn bed zitten. Net als vroeger, toen hij nog klein was.