Een uitgave van mats bv ©
HAAS EN PAD
Jaargang V, 9
'Bijna goed, schat,' prijst en stimuleert mijn dierbare echtgenote haar dochter tegelijk.
Die zit met haar knieën helemaal dubbel onder zich gebogen letters te stoepkrijten, neus bijna boven op het krijtje, tong uit de mond. Op mamma's woorden richt ze zich op en bekijkt met een schuin hoofd haar werk. Overal zit stoepkrijt, maar dat wisten we van te voren, daar zijn we op gekleed en dat geeft dus niks. 'ESMA' staat er. Terwijl ze toch meestal haar eigen naam goed kan schrijven.
'Nééhéé mamma, dat zijn de letters van ons allemaal.' En dat klopt, en dan is het toch goed: de letters van haarzelf, haar broer en mij en mijn dierbare echtgenote achter elkaar.
Hoewel ik niet helemaal wil uitsluiten dat ze dit ter plekke heeft verzonnen, is dit de druppel die mijn echtgenote doet overlopen.
'Het kind is de hele tijd met letters bezig. Ze wil gewoon graag lezen. Ze gáát ook lezen. Ik praat met Juf. Ik ga meteen naar de bieb. En lezen is iets anders dan schrijven.'
U leest het: ze duldt geen tegenspraak en de laatste opmerking slaat op mij. Ik ben namelijk een keer van een ouderavond thuisgekomen met het bericht dat Juf het geen goed idee vond dat de kinderen al gingen schrijven. Iets met de motoriek.
Mijn echtgenote hoorde dat morrend aan. Daar begreep ze nou eens helemaal niets van. Je moet zo'n kind toch stimuleren in zijn of haar ontwikkeling. Net zo ver vooruit helpen als het zelf wil gaan. Of ik dat wel goed begrepen had en wat Juf dan precies bedoelde. Dat wist ik natuurlijk niet meer toen ik overhoord werd. Ik heb toen nog gezegd dat ze wat mij betrof niet naar juf hoefde te luisteren, dat ik zelf nog nooit van mijn leven.... Enfin, dat verhaal kende ze wel en dat is daarom altijd een beetje in de lucht blijven hangen.
Natuurlijk ben ik het met haar eens dat het kind moet leren lezen als het dat wil en kan. Nergens voor nodig om te wachten totdat de school je kind heeft ingehaald. Per slot van rekening waren mijn echtgenote en ik ook nergens gekomen als we niet hadden leren lezen.
Hoe het gesprek met juf verlopen is, weet ik niet precies. Goed zeker. En ze zijn meteen 's middags naar de bibliotheek geweest. Met z'n drieën. Ook een boekje voor haar broer, die natuurlijk ook moet lezen, maar het ging om het 'Boekje van de a en de aa'. We beginnen voorzichtig.
Bij de thee en een koekje tegen mamma aangevreeën de eerste lees-les.
Kat. Mat. Gat. Pad. 'Dat is een kikker,' verduidelijkt ze, driftig meelezend. Dat zijn allemaal woorden met een a en op de volgende pagina staan allemaal woorden met een aa. Lees even mee onder de plaatjes.
Maan. Baas. Kaas. En...? Vragend wijst mijn echtgenote op het volgende plaatje.
'Konijn,' leest mijn dochter, met een lange aa.