Een uitgave van mats bv ©
HET VADERSCHAP
Jaargang III, 20
Hoe het me al met al bevalt, het vaderschap, als ik na een paar jaar de balans opmaak. Of het al begint te wennen. Vrienden die me van vroeger kennen, die weten dat er jaren waren dat ik niet stond te trappelen, stellen me de vraag. Een warme zomeravond, een goed glas en dan gaan de gesprekken wat verder. Een avond dat je zou vergeten dat je ze hebt, zo lang geleden zijn ze al gaan slapen en zo zoet dromen ze.
Het went natuurlijk niet, gelukkig niet. Ze worden nooit vanzelfsprekend, ze worden nooit vergeten. En het bevalt me best, al met al. Ik zal nooit wennen aan de kwetsbaarheid, die ze in huis hebben gebracht, maar ik draag mijn nieuwe verantwoordelijkheid eigenlijk met trots en tevredenheid. Ze maken het leven belangrijker en dat ze het gecompliceerder maken neem je dan graag op de koop toe. Soms moet je daarover praten om het je te realiseren, zoals nu met vrienden op het terras, soms moet je het meemaken, zoals vanmiddag met mijn dochter.
We zijn met z'n tweeën wat rond het huis aan het scharrelen. Ze gaat zo haar eigen gangetje en zoekt zelden het gevaar, in tegenstelling tot haar broer. Die doet zijn middagdutje, dat zij nu al af en toe wil overslaan, mamma doet een boodschap en de vaderlijke waakzaamheid staat op een bedenkelijk laag pitje. Af en toe komt ze zich melden met een vraag of een mededeling en af en toe richt ik me op van mijn klusjes. En dan opeens is er alarm. Als ik haar zoek zie ik haar niet meteen en als ik haar roep, hoor ik haar niet. Ik loop om het huis heen en nog niets. Alle rampen zijn ons in die paar ogenblikken al overkomen. Wat er ook gebeurd is, het is in elk geval mijn schuld. Ik zoek allang niet meer systematisch maar ren in beheerste paniek door het huis en de tuin. Zij moet tegelijkertijd de tegenovergestelde route volgen, want we missen elkaar steeds op een haartje na. Tot mijn enorme opluchting hoor ik haar dan krijsen, 'pappa, pappa', in paniek, ze is me kwijt. Even later heb ik haar vast, kan ik de traantjes drogen. 'Maar meisje toch, pappa laat jou toch nooit alleen.' Vanmiddag was daarmee de kous af en namen we nog een koekje. Vanavond schieten me de dagelijkse journaalbeelden door het hoofd. Close-up van een kind alleen in een eindeloze stroom vluchtelingen, ergens in de wereld. Wat had haar vader haar kunnen beloven? Een veel te zware gedachte voor een mooie zomeravond, het zal van het tweede glas wijn komen. Maar dat is nou eenmaal mijn vaderschap. Het went nooit en het bevalt toch.