Een uitgave van mats bv ©
IETS VAN EEN ANDER
Jaargang I, 25
Sinds een paar dagen doen we alsof een van haar voetjes niet wil meewerken bij het aankleden en dus een 'stout voetje' is. Altijd en eeuwig moet dat voetje tegensputteren; bij de pyjamabroek, bij de sokken, bij de pantoffeltjes. Ze begint al te grinniken als ik streng naar het voetje kijk. Het loopt uiteindelijk altijd uit op klapjes en fysiek geweld en tegen die tijd ligt ze dubbel van de pret.
Waarom we dat soort flauwe geintjes verzinnen, weet ik niet, en nog minder waarom we er zoveel lol aan hebben. We willen ook niet dat ze allerlei kunstjes leert. Maar ze leert elke dag wat bij. En dat herhaalt ze dan, soms tot in den treure; en zo gaat het vanzelf. 'Hiep, hiep, hoera' en dan de armpjes in de lucht is er zo een. Overigens is die ook heel handig om truitjes en rompertjes uit te trekken. 'Klap eens in de handjes' natuurlijk, dat is een rasechte kinderklassieker. Soms begint ze ook zelf. Dan sjort en duwt ze net zo lang aan mijn handen totdat ik doe wat zij bedoelt. Dat zijn unieke momenten, dat je niet zou kunnen zeggen wie nou tevredener is: zij omdat ze iets heeft kunnen duidelijk maken of ik omdat ik haar begrepen heb.
Maar vandaag wilde ze iets dat ik niet begreep. Iets van een ander.
Van mijn vrouw kan ze het niet hebben, want de geintjes die die twee bekokstoven, heb ik meestal wel in de gaten. Dat gaat trouwens ook van 'hop, hop paardje, met zijn vlasse staartje' en 'schuitje varen, theetje drinken, varen we naar de Overtoom...', niks bijzonders dus.
Het is natuurlijk niet belangrijk, maar 's avonds begin ik er toch over, nadat alle belangrijker zaken zijn gepasseerd.
'Van de creche,' concludeert mijn vrouw, 'maar wat doet ze dan precies?'
Ik probeer het zo goed en zo kwaad als ik kan na te doen. We zitten tegenover elkaar op de grond en ik trek aan haar gestrekte armen, waardoor ze voorover buigt en daarna duw ik aan haar armen waardoor ze achterover leunt. Even zit ik aan mijn vrouw te sjorren zoals Elma die ochtend aan mij, maar dan neemt ze de beweging over en neuriet, zo vals als alleen zij en Elma dat kunnen: 'schuitje varen, theetje drinken'
'Natuurlijk. Zó gaat het. Ik wilde haar de hele dag voordoen hoe mijn moeder het altijd deed, maar ik wist niet meer hoe het ging.'
Ze heeft het nagevraagd op de crèche. Hoort bij de opleiding.