Een uitgave van mats bv ©

IK DOE HET ZELF

Jaargang I, 2


'Je komt er wel bijzitten en je stelt ook een paar intelligente vragen,' drukte mijn vrouw mij op het hart. Zij was zo'n beetje halverwege onze zwangerschap en ze had het arbeidsbureau ingeschakeld, want we moesten toch iets regelen met oppas. Nu kwam er een stoet meiden opdraven die van het arbeidsbureau hadden moeten solliciteren op de functie van oppas met licht huishoudelijk werk. Nou schijnen de meeste ouders hun kind al acht maanden voor de geboorte op te geven voor de dichtstbijzijnde crèche, zodat ze na de geboorte nog maar een half jaar op de wachtlijst hoeven. Of ze hebben hun eigen ouders vlak in de buurt wonen, die elkaar de koppen inslaan voor het recht te mogen oppassen op de nieuwe spruit. Of ze hebben allebei een deeltijdbaan. Of de een werkt wel en de ander niet.
Wij hadden dus het arbeidsbureau ingeschakeld. Een crèche kon altijd nog vonden wij, de oma's wonen te ver weg en moeten gewoon oma zijn en verwennen en niet opvoeden, ons beider werksituatie was wat onduidelijk en bovendien had mijn echtgenote, die nu eenmaal sterker is in cijfers dan ik, uitgerekend dat een vaste oppas, wit betaald, belastingtechnisch eigenlijk het interessantst is.

'Regel jij dat maar,' vond ik, en steeds als zo'n juffie belde voor een afspraak gaf ik haar snel de hoorn, 'dat regelt mijn vrouw'. Maar zo makkelijk kwam ik er niet van af. Het was ook mijn kind, dus net zo goed mijn verantwoordelijkheid en dus zat ik bij de gesprekken en stelde intelligent bedoelde vragen.
Wat de hobbies waren, de opleiding, ervaring en wat ze het eerste mee zouden nemen als het huis plotseling in lichterlaaie stond.
De meeste kandidaten hadden weliswaar het juiste antwoord op de laatste vraag, maar toch werd al snel duidelijk dat de aantrekkelijke, intelligente, goed opgeleide, beschaafd sprekende 18-jarige, met enkele jaren ervaring in een soortgelijke functie, een ehbo-diploma op zak en bereid om voor het minimum jeugdloon er geen punt van te maken als het eens een uurtje later werd, niet was doorverwezen door het arbeidsbureau.
Of het erg was als ze een uurtje later op de afspraak kwam, ze moest het paard nog uit de wei halen, belde er een. Hadden we er bezwaar tegen dat haar vriendje zo nu en dan langskwam, vroeg een ander. Moest er echt elke dag gestofzuigd worden? Hopelijk zou de allergie niet erger worden door onze katten. En dat van dat jeugdloon hadden wij zeker als grapje bedoeld.
'Wat vind jij,' klonk het wanhopig na twee volle dagen sollicitatiegesprekken, 'ik weet het echt niet'.
'Ik weet het wel,' sprak ik plechtig en ik zweeg even om de dramatiek van het moment goed tot zijn recht te laten komen en om spanning op te bouwen voor hetgeen er komen ging. Verbazing, achterdocht en gespannen verwachting streden om voorrang in haar blik; ze kent me al zo lang. Ik nam nog een slokje thee...
'Ik doe het zelf.'