Een uitgave van mats bv ©

JONGER

Jaargang VI, 45

'Ik ben blij dat ik geen kleuter meer ben,' zegt de dochter tegen niemand in het bijzonder, maar wel tegen het zere been van de zoon. De jongen was net weer een beetje bij. Veters strikken en fietsen kan hij al en netjes tussen de lijntjes stiften en zijn eigen naam schrijven ook, als hij dat al zou willen. En sinds wij voorzichtig uitgelegd hebben dat zijn zus wel eens eerder zou kunnen afzwemmen dan hij, kan hij ook zijn hoofd boven water houden bij het watertrappelen en legt hij een hele aardige rugcrawl in het zwembad. Het is zijn eer te na.

'Gewoon een beetje geduld jongen, jouw tijd komt ook nog wel,' zeggen wij vaak, 'je bent nu eenmaal een jaartje jonger.'

Maar mijn probleem is dat ik het ook nu weer begrijp. Mijn eigen jeugd is ingekleurd door drie oudere zussen en dat heeft me getekend, ik kan het niet vaak genoeg zeggen en ik kan het ook niet vergeten. Misschien wel omdat het drie keer zo erg was als wat mijn zoon nu moet meemaken. Natuurlijk waren mijn zussen zo lief voor me als zussen maar kunnen zijn, en alle jongste broertjes weten feilloos hoe lief dat is, maar ze lagen ook altijd net een stapje voor. En dat was heus niet omdat ik wat langzamer was, zoals een van die zussen tot op de dag van vandaag guitig meent te moeten opmerken, maar gewoon omdat ik jonger was.

Ik beschouw het uiteraard als mijn plicht om mijn zoon door zijn zusprobleem heen te coachen en ik heb daar mijn eigen methoden voor.

'Vind je het zo leuk op school meisje?'

'Heel erg leuk pappa. Ik heb vandaag weer een sticker gekregen omdat ik het zo goed deed.' Als juf zo door gaat, is ze snel door haar voorraadje stickers heen.

'En weet je papa. Juf en ik en nog een paar kinderen hebben een geheimpje, dat niemand mag weten.'

'Vertel eens,' zeg ik bijna achteloos.

'Ik fluister het wel in je oor. We hebben niet alleen een sticker gekregen, maar ook een snoepje.' Hard genoeg gefluisterd om haar broer een gevoelige tik onder de gordel te geven. Snoep is nog steeds de zwakke plek van de jongen.

'Vind je alles even leuk, schat?'

'Ja papa, maar vooral buiten spelen, dan kan ik met mijn vriendinnetjes spelen.'

De jongen let niet op, dus ik moet hierop doorgaan.

'Ja want je mag in de klas natuurlijk niet meer zo maar rondlopen en niet gaan zitten naast wie je maar wilt.'

'Nee, want wij zijn geen kleuters meer.'

Ik kijk opzij naar haar broer , maar hij vat hem nog niet.

'Ben maar blij jongen,' leg ik hem uit, 'dat jij nog fijn een jaartje mag spelen.'

Ik heb het leuk geprobeerd, maar hij begrijpt me nog niet, toch nog een beetje te jong.