Een uitgave van mats bv ©

KLEINTJE

Jaargang VI, 18

'Papa, ze zeggen dat ik een kleintje ben.'

'Dat is niet waar hoor jongen, je bent een flinke vent, je bent alleen een jaartje jonger en dat is helemaal niet erg.'

Ik zag het al aankomen, maar ik dacht dat ik me er niet mee hoefde te bemoeien. 's Ochtends brengen we altijd eerst zijn zus naar haar klas, wachten tot ze juf een handje heeft gegeven en goede morgen heeft gewenst en haar stoel in de kring heeft gevonden en dan brengen we hem pas naar zijn klas, waar zich een soortgelijk ritueeltje afspeelt. Hij gaat dus altijd mee haar klaslokaal binnen en treft daar nogal eens een jongetje dat zo nodig stoer moet doen om indruk te maken op zijn zus en haar vriendinnetjes. En omdat wij onze kinderen leren er niet meteen op los te timmeren, zeker niet als de aanvaller een stukje groter is, delft hij voorlopig het onderspit.

Nu ben ik zelf behept met drie oudere zussen, en hoewel het later allemaal goed is gekomen, was dat op jongere leeftijd lang niet altijd een pretje. Zo zou ik de vriendinnen van mijn zussen niet de kost hebben willen geven op wie ik verliefd werd. Nooit een schijn van kans en sjans gehad, dat kwam pas veel later, en ik was toch ook een flinke vent en alleen maar een jaartje jonger. Ik weet wat de jongen moet doorstaan en ik lijd met hem mee. Zeker de laatste tijd heeft hij het niet makkelijk. Ik heb nog op het nippertje kunnen voorkomen dat hij wat eerder naar bed moet dan zijn zus 'omdat die nu eenmaal een jaartje ouder is' , maar op veel andere fronten wordt hij momenteel gepasseerd. Zij kan al een beetje lezen, heel goed fietsen en heeft zelfs al een veter-strik-diploma. Met lede ogen heeft de jongen ons gejuich over de prestaties van zijn zus aan moeten zien. Echt schrijnend werd de situatie toen zij een losse tand bleek te hebben. Vanuit mijn katholieke jeugd kan ik me herinneren dat meisjes altijd hun eerste tand verliezen op de dag voor hun eerste communie, tenminste zo was het bij mijn zussen. Die poetsten dan al weken hun loszittende tanden niet om er op de dag zelf en op de foto zo feestelijk mogelijk uit te zien. Tevergeefs natuurlijk, en soms heb je ook als kleiner broertje je momenten van leedvermaak. Maar tegenwoordig zitten de tanden blijkbaar vroeger los, hoewel de dochter nog flink moet wrikken om wat beweging te krijgen.

Maar de zoon lijdt zo hevig onder dit zoveelste bewijs dat zijn zus groter is, dat ik besluit in te grijpen. Kordaat schroef ik de zijwieltjes van zijn fiets af, we gaan nú leren fietsen.

Hij is meteen enthousiast en ambitieus. 'Laat maar los, papa.'

Het gaat goed, vijf meter, tien meter en dan knalt hij ongenadig met fiets en al tegen de stoep. Tanden op het stuur. Een korte inspectie door de tranen heen, leert dat we inderdaad te vroeg zijn: al zijn tanden zitten nog muurvast.

We gaan maar weer naar binnen.