Een uitgave van mats bv ©
KNUTSELEN
Jaargang VI, 41
Met het puntje van de tong uit zijn mond en flink veel gesteun is onze zoon hevig aan het knutselen. Met zo'n onhandig kinderschaartje, waar geen kind kwaad mee kan, behalve hij dan toch, maar waar je eigenlijk ook niet fatsoenlijk mee kunt knippen, is hij zich door een stuk goudkleurig karton heen aan het worstelen. Dat is eigenlijk van zijn zus, uit een knutselpakket dat ze nog van haar verjaardag heeft, maar die heeft ruimhartig een stukje aan hem afgestaan, ook al omdat ze toch wel weet dat het haar anders van onze kant nadrukkelijk verzocht wordt.
Ze knutselen graag die van ons en dat hebben ze toch niet van ons.
Dan is hij klaar met knippen, het laatste stukje heeft hij nog een beetje nagescheurd en hij bekijkt het resultaat van zijn arbeid met een scheef hoofd van een afstandje. Hij draait het een paar keer en gromt dan blijkbaar met instemming over zijn eigen product.
'Wat heb je gemaakt jongen, laat me eens kijken.'
Hij schrikt een beetje van de aandacht, had niet in de gaten dat ik aan het opletten was, zo geconcentreerd was hij bezig.
'Een eendje,' zegt hij met zijn kenmerkende scheve, verlegen glimlachje en hij overhandigt het stukje karton. Het is werkelijk zeer goed getroffen, onmiskenbaar zo'n bad-eendje inclusief snaveltje en parmantig omhoog staand staartje.
Ik ontsteek in enthousiasme. Ik vind toch al dat die jongen het niet makkelijk heeft met zo'n bijdehante oudere zus. Ik bedoel, vertel mij wat, ik had er drie, allemaal even bijdehand. Zij kan als eerste veters strikken, fietsen en nu zelfs al lezen. En hij komt steeds er achter aan. In werkelijkheid kon hij op jongere leeftijd veters strikken en fietsen dan zij en hij begint nu ook al belangstelling te tonen voor letters.
'Maar jongen dat is toch prachtig! Daar hoef je toch niet zo verlegen over te doen. Ik vind dat heel knap gedaan hoor.' Ik vind namelijk dat zelfpromotie een belangrijk onderdeel van succes is. Een grote mond is het halve werk. Zijn zus begrijpt dat beter. 'Knap van mij hè pappa?'
Laatstgenoemde kijkt op van het hartje dat zij aan het knippen is. Ze knipt altijd hartjes, de laatste tijd. En, het moet gezegd, ze is zo langzamerhand heel goed geworden in het knippen van hartjes. Ook mama komt op het misbaar af. Want zo zijn wij als gezin dan ook wel weer, nooit te beroerd om elkaar flink te beschouderkloppen als daar aanleiding toe is.
Het eendje van de zoon wordt uitbundig geprezen en de jongen wordt verder voor een paar weken vooruit gestimuleerd in zijn creatieve ontwikkeling. Laat dat maar aan ons over.
De dochter, ook niet de beroerdste, tekent op een ander velletje papier een vijvertje met een paar oranje pootjes erin, waarop zijn eendje zo geplakt kan worden. Zo wordt het eendje eigenlijk gepromoveerd tot een familiewerkstuk.
Natuurlijk is de jongen trots dat iedereen zo trots op hem is.
'Maar ik wilde eigenlijk ook zo'n hartje knippen, net als zij.'