Een uitgave van mats bv ©

KRAS

Jaargang V, 46

Mijn zoon en ik moeten weer eens ernstig praten. Alhoewel, ernstig, het is ons dagelijkse voor-het-slapengaan-praatje en wij hebben de ongeschreven huiswet dat we dan niet meer op elkaar mopperen. Dat gebeurt morgenochtend wel weer, als we de haren in de wastafel laten liggen of niet willen opschieten met aankleden. Maar 's nachts is het bij ons vrede. En zeker als je nog maar een klein mannetje bent, heb je dat ook nodig, want er komt genoeg op je af aan gedroomde monsters in zo'n diep donkere nacht.
Niettemin loopt het de spuigaten uit met die jongen. Hij luistert op het moment naar niets en niemand. Alleen met straffe kaderdiscipline houden we hem enigszins in toom, maar daar hebben we ook niet altijd zin in. Rustige maaltijden, waarbij iedereen gezellig vertelt wat hij of zij deze dag heeft meegemaakt, kunnen wij ons alleen van vroeger herinneren. En natuurlijk is het een periode en natuurlijk gaat het ook weer over, maar ik ga er toch wat van zeggen.
'Jij moet niet altijd zo vervelend doen,' begin ik subtiel, als ik net zijn tanden aan het poetsen ben, zodat hij niets terug kan zeggen. Want dat is een van de problemen met hem momenteel, hij heeft altijd een antwoord klaar.
'Wel, ik moet wel vervelend doen.'
'Jij bent een brutaal mannetje.'
'Jij bent zelf een brutaal mannetje.'
'Mamma vindt het ook niet leuk dat we altijd zo op je moeten mopperen.'
'Wel, dat vindt mamma wel leuk.'
Dit soort gesprekken leidt tot niets, maar ik krijg toch het gevoel dat ik nu even moet doortasten, zo makkelijk komt hij niet van dit opvoedkundige moment af.
'En juf zei het ook al.'
Raak!
Als getroffen door de bliksem blijft hij staan. Halverwege het trapje van zijn hoogslaper. We hadden ons einddoel bijna bereikt.
'Wát zei juf?'
'Dat je zo'n druktemaker bent.'
Het is nog waar ook, juf merkte op dat onze Simon de laatste tijd wel nadrukkelijk aanwezig was.
'Dat heeft juf helemaal niet gezegd.'
'Wel.'
'Tegen wie dan? Tegen mamma soms?'
'Ja, vraag maar na.'
Mamma moet helemaal van beneden komen, maar de zaak is ernstig genoeg.
En mamma kan niet anders doen dan bevestigen wat juf gezegd heeft. Het is echt waar.
Het maakt diepe indruk op Simon en dat moeten we onthouden, dat kan van pas komen. Maar nu zouden we gaan slapen en nu moet de stoom dus van de ketel.
'Nou, zul je voortaan lief zijn?'
'Ja pappa.'
En zo vervelend als hij soms is, zo lekker zijn z'n natte kussen.
'En pappa? Sorry dat ik die kras op je neus heb gemaakt.'
Het heeft er niets mee te maken en hij heeft het niet gedaan, maar ik heb inderdaad een opmerkelijke kras op mijn neus.
'Dat heeft Sylvester gedaan, dan hoef jij toch niet sorry te zeggen.'
En de tevreden grijns waarmee hij zich omdraait, is misschien iets te makkelijk, te zelfvoldaan en gewoon te breed, maar hij slaapt al bijna.