Een uitgave van mats bv ©
KUREN EN STREKEN
Jaargang III, 22
Terwijl wij voor onze kinderen normaal gesproken een soort van uitwisselbaar zijn, beginnen ze ons nu afzonderlijke taken toe te bedelen. Het heeft ze nooit uitgemaakt wie wie te eten gaf, in bad deed of naar bed bracht, als hun natje en droogje maar stipt op tijd werd aangereikt. Maar momenteel wordt het niet geaccepteerd als ik me 's ochtends als eerste meld. Nu is het bekend dat ik 's ochtends qua uitstraling niet kan tippen aan mijn dierbare echtgenote en dat is dan ook de reden dat zij meestal als eerste opstaat, maar in het weekend hebben we als modern ouderpaar de taken verdeeld en doe ik dus ook een ochtend. Ik ben dan misschien niet de vrolijkste, maar ik doe daar toch ook niet bijzonder moeilijk over. Mijn kinderen wel, terwijl ik ze net zo vlot aankleed als hun moeder, terwijl er helemaal niets aan mijn ontbijtpap mankeert en terwijl ze van mij ook zelf hun tanden mogen poetsen. Pappa is gepikeerd. En van mijn zoon kan ik het me nog enigszins voorstellen. Als zijn moeder corvee heeft, mag hij altijd een uurtje in het ouderlijk bed, als hij om 6 uur wakker wordt. Van mij niet. Zes uur 's ochtends is wat mij betreft nacht en dan moeten kleine kindjes nog slapen. Onze zoon incluis. Oogjes dicht en stil zijn totdat pappa terugkomt. Zeven uur op zijn vroegst en bij voorkeur half acht. Dat is natuurlijk niet zo leuk, dat snap ik. Mijn dochter zeurt gewoon omdat dat 's ochtends bij mij lekker veel effect geeft.
Dus terwijl het de bedoeling is dat mamma eens lekker mag uitslapen, is tijdens mijn ochtenddienst het hele huishouden vaak in alle vroegte al in rep en roer. Met alle gevolgen voor de diverse humeuren. Niet zelden staat iedereen tegen iedereen te schelden en te mopperen. En dan moet het weekend nog beginnen.
Bij uitzondering toon ik mij vandaag de verstandigste: 'Genoeg. Pappa moet ook niet zo hard praten.' Als ik me al bezorgd maakte om de gemoedsrust van mijn kinderen, had ik me de zorg kunnen besparen. De dochter gooit welgemoed nog wat olie op het vuur. 'Maar mamma moet ook niet zo hard praten.' 'En jij moet niet altijd zo zeuren en dreinen,' reageert die, nu ook gepikeerd. 'Ik zeg het niet tegen jou, ik zeg het tegen pappa.'
Dat is nieuw. Stout kennen we, maar nu is ze voor het eerst brutaal. Gelukkig beschikt dit gezin nog over voldoende zelfkennis en zelfbeheersing. Hoewel haar broer staat te genieten, laten we het bij een quasi-ernstige waarschuwing, want als we nu de boel op het spits drijven, kunnen we het weekend net zo goed overslaan.
Nog dezelfde avond realiseer ik me dat ik het allemaal niet zo persoonlijk moet opvatten. Mamma, de zoon, een washandje en een stukje zeep zijn luidruchtig in een onoverzichtelijke strijd gewikkeld. In dezelfde tijd zou ik ze allebei in bad gedaan, gewassen en gestreken hebben. Ieder z'n specialiteit.