Een uitgave van mats bv ©
KWADRAAT
Jaargang III, 7
‘Je hebt eigenwijs en je hebt eigenwijs in het kwadraat,' zei mijn opa altijd en dat laatste hebben wij, mijn dochter en ik. Een van de weinige zekerheden waaraan wij ons vastklampen in dit onzekere bestaan is dat wij zelf vrijwel altijd gelijk hebben. Op zichzelf is dat nog niet zo'n probleem, maar daar komt nog bij dat mijn dochter en ik bovendien de neiging hebben vol te houden dat we gelijk hebben als we dat helemaal niet hebben. We hebben dat allebei, ik heb het al jaren en zij heeft het van mij, waarschijnlijk.
'Je hebt het of je hebt het niet,' zei mijn oma dan altijd, omdat opa het altijd over haar had met zijn spreuk.
Wij hebben er in elk geval mee leren leven, al levert het bij ons thuis vanzelf nogal eens wat gekrakeel op.
Zoals op een ochtend van de week, onder het aankleden. Zij amper wakker, ik nog half bewusteloos, allebei navenant een beetje chagrijnig. Ze heeft nieuwe sokken en dat is gunstig, maar die zitten nog aan elkaar vast en dat is weer ongunstig. Het is balanceren op het randje, zo 's ochtends. En meestal doe ik daar niet aan mee. Niet eens zozeer omdat ik geacht word de verstandigste te zijn, maar omdat ik weet dat ik me daar zelf mee straf. Als puntje bij paaltje komt, blijkt zij meestal meer uithoudingsvermogen te hebben om de strijd op het scherpst van de snede uit te vechten.
Meestal begin ik er dus niet aan, maar vandaag is iets in mij er helemaal klaar voor.
'Kijk eens wat een mooie sokken, schat.' Warempel er kan een grijnsje af.
'Dat is Donald Duck,' wijst ze op de stripfiguur, die in de sokjes is ingeweven.
En daar gaat het al mis. Wat begint als een gezellig vader-dochter-babbeltje, ontspoort al onmiddellijk en dreigt uit te lopen op een regelrecht conflict. Want dit is Donald Duck niet, dit is Daffy Duck, zoveel verstand heb ik ook nog wel van strips.
'Nee schat,' zeg ik dus, de verstandigste of niet, 'dit is Dàffy Duck.' Ik snap dat het verwarrend is, die eenden, maar Walt Disney zou zich in zijn graf omdraaien.
'Nee, is niet Daffy Duck, is Donald Duck,' meteen al op hoge toon.
'Nee schat...,' corrigeer ik, beter wetend, kalm.
'Nee, nee, nee. Mamma!'
Dat is flauw, mamma er bij roepen. Zo kan je elke discussie winnen.
'Ophouden jullie, daar heb ik geen zin in,' komt mijn vrouw inderdaad tussenbeide. Ze spreekt ons allebei aan, maar de verwijtende blikken zijn duidelijk op mij gericht. Ik moet beter weten, ik ben een volwassen vent.
'Is Donald Duck hè mamma?' probeert mijn dochter nog steeds haar gelijk te halen.
'Ja hoor schat, hele mooie sokken, heeft mamma voor jouw op de markt gekocht,' gooit mijn verstandige echtgenote het over een andere boeg.
'Ja,' beaam ik volmondig om de wapenstilstand te bekrachtigen, 'hele mooie sokken..., van de markt..., heeft mamma voor jou meegebracht....'
'Je begint niet opnieuw hè, grote lummel,' waarschuwt mijn vrouw.
...met Daffy Duck erop.'