Een uitgave van mats bv ©
KWEBBEL
Jaargang III, 21
MATSMILLENNIALS
2/7/20252 min read
Vanuit het stoeltje achter op de fiets, het zitje op de achterbank van de auto en vanaf schoot, vlak voor het slapen gaan, becommentarieert onze dochter de wereld. Ze heeft leren praten en dat zullen we weten. De spraak onderscheidt de mens van de dieren en de kleuter van de baby. Kunnen praten is eigenlijk een hele verzameling kunstjes. Al pratend kun je bijvoorbeeld zeuren, grapjes maken, liegen, vertellen, vragen en commanderen. Ze beheerst alle variaties van de spraak.
'Daar werkt mama.' Klopt. Terwijl haar broer gewoon vrolijk wuift naar voorbijgangers, wijst zij het gezelschap, ons gezin, haar publiek, op de diverse bezienswaardigheden die we passeren tijdens ons zondagse fietstochtje. En daar zijn we inderdaad wel eens samen mamma gaan ophalen van late dienst.
'En daar is Jezus geboren.' De kerk waar we een half jaar geleden de kerststal hebben bewonderd. Voor sommige grote verhalen is ze nog een beetje te klein. Maar blijkbaar heeft het diepe indruk gemaakt.
Tegenover de kerk nog een favoriete plek.
'Pappa, pappa, de ijssalon!' Alsof we er nooit komen. Alsof ze ons daar vanochtend in bed al niet op heeft voorbereid. ('Pappa, wat wil jij, aardbei of kiwi, pappa, wat wil jij?' 'Rust, schat, even rust.' 'Dat hebben ze niet.')
'IJs.' De eerste woordjes van onze zoon zijn allemaal eetbaar. Hij kan bij ijs zelfs een gebaar maken: tong uitsteken en met het vuistje voor zijn mond heen en weer. Zo schattig dat het vaak wat oplevert.
'Ja, weet je nog schat, daar heb je vorige week op de bank geplast en toen dachten ze dat het van de regen kwam.'
Nul punten voor opvoedkunde en een vernietigende blik van mijn echtgenote, maar de boog kan niet altijd even strak gespannen zijn. Normaal kwijt ik me heel wel van mijn vaderlijke taak in zake zindelijkheidstraining en begroet ik alles wat in het potje wordt gedeponeerd in plaats van in de luier met gepast gejuich. Maar een geintje moet kunnen op zijn tijd.
'Mogen wij een ijsje?' De psychologische schade blijkt mee te vallen, ze hoort niet wat ze niet wil horen en komt ter zake.
'Nee,' vindt mamma, want we gaan zo eten.
'Pappa zegt van wel.' Een regelrechte leugen, want pappa zou niet durven. Maar je kunt het altijd proberen, denkt ze, en in het geval van ijs is het ook weer niet zo verschrikkelijk moeilijk om mijn dierbare echtgenote op andere gedachten te brengen. De boog kan immers niet altijd even strak gespannen zijn.
Alle kleertjes kunnen in de was, maar zo'n heerlijke dag verdient een uitgebreide evaluatie 's avonds op de bank op schoot. Eigenlijk is het al heel laat, maar je moet jezelf ook een beetje moed inspreken voor zo'n donkere nacht.
'Monsters bestaan niet, hè pappa?'
'Nee hoor, meisje.'
'En een lieve ijsbeer is een knuffel.'
En dat is de laatste waarheid van vandaag, want voor echte ijsberen moet je oppassen.