Een uitgave van mats bv ©

LAATSTE KANS

Jaargang VI, 19

De kat en ik hebben besloten elkaar nog een laatste kans te geven. We hebben daar allebei zo onze redenen voor. Bij Sylvester ging het licht aan toen ik hem op een gegeven moment, geheel tegen mijn gewoonte en principes in, te eten gaf. Normaal ben ik van mening dat je roofdieren, en dat zijn katten nou eenmaal, zelf hun kostje bij elkaar moet laten scharrelen. Dat houdt ze scherp. Nou snap ik wel dat je een beetje bij moet voeren als je met zo'n beest op een flat woont, maar bij ons op het platteland loopt er eten genoeg in de tuin. Nou is dat een discussie die ik bij ons thuis al een tijdje geleden verloren heb en bovendien vrees ik voor het leven van mijn kippen, die wel een functie hebben in ons huishouden, namelijk eieren leggen, en dus trek ik ook wel eens een blikje voor hem open.

De eerste keer dat hem dat overkwam, zakte de mond van de kat open van verbazing. 'Dat opent perspectieven,' zag je hem denken. En sindsdien probeert hij iets van een verstandhouding op te bouwen. Als ik aan kom lopen gaat hij op de route zitten, zodat ik over hem heen moet stappen. Af en toe komt hij zelfs naast me zitten op de bank. Niet op schoot natuurlijk, dat zouden we allebei niet willen, maar wel naast me en dat zouden we een paar weken geleden nog als ongewenste intimiteit hebben beschouwd.

De kentering bij mijzelf heeft plaats gevonden toen ik dit merkwaardige dier eens wat beter ging bestuderen. Het was me al opgevallen dat hij ondanks zijn recente operatie en al dat gevoer onzerzijds niet echt veel dikker was geworden. Tegelijkertijd was hij nooit ver van huis, want als je even met het pak knabbeltjes rammelt, is hij in een mum van tijd bij je.

Eigenlijk had ik al snel in de gaten waar die kat de hele dag druk mee is: hij bewaakt ons en ons erf. Ik zie het voor mijn ogen gebeuren. Eerst krijgt hij het aan de stok met de twee kleine schoothondjes van de buren. Dat is op zich niet erg functioneel, want die keffertjes doen geen kwaad, behalve dan wat ze op de stoep doen. Maar als ze het ooit in hun hoofd zouden halen om ons territorium te schenden, weten ze in elk geval dat Sylvester waakt. De kippenmoordenaar van twee huizen verder, de ruwharige teckel Paco, weet dat al langer. Even later verdedigt hij ongevraagd onze kinderen die op straat helemaal niet worden aangevallen door een hond die zo groot is dat hij onze kat in twee happen kan verorberen.

Ik raak bijna vertederd.

'Ik weet het goed gemaakt met jou kat,' spreek ik het beest toe. 'Als ik deze zomer een bessenoogst heb omdat jij de vogels wegjaagt, het kippenvoer niet wordt opgegeten door de muizen en de moestuin niet door de konijnen, dan mag je blijven.'

Van pure ontroering begint de kat me kopjes te geven tegen mijn pas gestoomde zwarte broek.

Ik word te zacht.