Een uitgave van mats bv ©

LEUKE DAG

Jaargang IV, 36

'Het is een leuke dag geweest,' vertrouwt mijn zoon me toe als we samen terug lopen naar de auto. Ik heb hem zojuist afgehaald van de crèche. Normaal loopt hij op dit korte traject 'los', want er komen immers weinig of geen auto's, maar nu lopen we hand-in-hand, omdat hij blij verrast was dat ik hem kwam halen en bovendien omdat je zo een beter contact met je vader onderhoudt, als je een rukje aan zijn hand geeft, heb je de aandacht. Het is goed dat ik eens praat met mijn zoon en ik ben blij om te horen dat het goed gaat. Want bij hem weet ik het soms niet. 'Zou hij wel gelukkig zijn,' vraag ik dan aan mijn dierbare echtgenote, die het natuurlijk ook niet weet, maar ons graag moed inspreekt: 'Vast wel.'

'Alles goed jongen?' vraag ik hem dan. 'Ja pappa,' want hij zeurt niet graag. Vanaf dat hij kon lopen heeft hij eigenlijk de kinderwagen afgeschaft; hij loopt mee. Opgewekt vooruit, en chagrijnig achteraan. Vaker achteraan. Dan loopt hij te mopperen dat hij de rest van het gezin niet bij kan houden of omdat hij in de gaten krijgt dat de voorhoede een kan op gaat, die hij niet wil. Of hij liep voorop, maar de verkeerde kant uit, zodat hij moest terugkomen, zodat hij nu weer achteraan loopt, waar hij het niet bij kan houden en dus weer moet gaan mopperen. Inderdaad, op zulke momenten is hij geen toonbeeld van tevredenheid, onze zoon. Ik begrijp het natuurlijk ook wel, vertel mij tenslotte niets van oudere zussen. Terwijl hij zijn laatste jaar uitzingt op de crèche, steelt zijn zus de show op de basisschool. Schiet ons ineens te binnen dat hij ook nog moet trakteren als hij jarig is, terwijl dat bij zijn zus, vorig jaar, aan het begin van het jaar al tot in detail geregeld was. 'Jongen, jij mag popcorn uitdelen in een puntzak.' Dat hebben we een tijd geleden afgesproken en daar blijft het dus bij. Eigenlijk is de jongen gisteren van gedachten veranderd en wil hij nu 'zoutjes' uitdelen, wat dat ook moge zijn. Maar dat wordt hem vakkundig uit zijn hoofd gepraat. Net als met dat kostuum voor de jaarlijkse picknick van de crèche. Thema: sprookjes. Maar hij wil als 'politiebrand' verkleed gaan, een soort tussenvorm tussen politieagent en brandweerman en dat heeft inderdaad niets met sprookjes uit te staan. Dus zijn moeder is nog steeds met hem is discussie over een ander kostuum, dat beter past bij wat zijn zus in gedachten had. Ander voorbeeld: wat krijgt de jongen voor zijn verjaardag? Een fiets? Kan hij eigenlijk al fietsen of wachten we tot de dochter aan een grotere toe is?

Ik voel een klein rukje aan mijn hand. Aandacht graag.

'Sandra heeft niets gezegd van mijn schoenen.'

Nou weet ik toevallig dat hij dat liegt. Die nieuwe schoenen konden echt niet missen, maatje 29, en iedereen heeft ze zeker uitgebreid bewonderd. Ook Sandra, de juf.

Maar zo'n jongen zegt dat natuurlijk niet voor niets...