Een uitgave van mats bv ©
LOPEN
Jaargang I, 16
Hoewel wij onmiddellijk bij de geboorte van onze dochter in de gaten hadden dat hier een zeer bijzonder kind ter wereld kwam, om niet te zeggen een wonderkind, hadden wij met elkaar afgesproken dat we geen wedstrijdje zouden houden met andere kinderen van ongeveer haar leeftijd of ze vroeg of laat was met kruipen, met lopen, met praten. Als ze maar gezond was, dat telde.
Maar het werd ons niet makkelijk gemaakt.
Dat begon al bij een visite aan het consultatiebureau, ergens rond de vierde maand. "Legt u haar hier maar even neer," zei de dokter, maar dat kon toen al niet meer met onze dochter, die kon al zitten en wilde dus niet anders meer.
"Zo, zo, die is snel," zei de dokter, "kan ze zich ook al zonder hulp omrollen?" Om te bewijzen dat ze dat inderdaad kon, kamikaze-rolde ze zich van de behandeltafel af. In een geoefende reflex kon ik haar nog net bij de lurven grijpen.
Wij wisten toen al dat ze snel was. Omdat ze nogal moeilijk was bevallen, had ze de eerste maanden onder controle van een kinderarts gestaan en die had ook al aan bepaalde reflexen gezien dat ze vóór haar eerste verjaardag zou kunnen lopen.
Zo'n mededeling neem je dan voor kennisgeving aan, maar als ze vervolgens na twee dagen buikschuiven en achteruit krabbelen meteen kan kruipen als de beste, begin je er zelf toch een beetje in te geloven.
Nu was het niet zo dat we haar meteen voor de atletiekvereniging inschreven, maar tijdens onze wandelingen door het winkelcentrum stopten we toch regelmatig onafgesproken voor de schoenenwinkel.
Als vanzelfsprekend groeiden we als jong gezin toe naar de mijlpaal van het eerste paar schoenen. En nauwelijks had onze dochter de eerste wankele passen, half opgetild aan één hand, gedaan of we zaten in de desbetreffende winkel.
"Kan ze al helemaal los lopen?" vroeg de juffrouw.
"Nee, aan het handje, maar ze staat wel al los."
"Wij adviseren altijd dat ze eerst echt goed moeten kunnen lopen, voordat ze op schoentjes gaan lopen."
Alsof we een klap in ons gezicht kregen, daar hadden we ons nu zo op verheugd. En over twee weken zou ze jarig zijn en de dokter had toch gezegd...
Goed, je kunt zo'n kind niet dwingen om te lopen, maar stimuleren mocht wél volgens de boekjes. En dat hebben we dan ook gedaan dat het een lieve lust was. Maar ons dochtertje - karaktertje van haar vader - had toch blijkbaar een ander tijdschema in gedachten.
Twee weken na haar eerste verjaardag kon ze ineens lopen. Eerst van de stoel naar de bank, toen een rondje om de bank en binnen een week het halve huis door.
Voor haar eerste paar schoenen zijn we speciaal naar Amsterdam gegaan.