Een uitgave van mats bv ©
MINI-BILLEN
Jaargang VII, 2
'Kijk, zij heeft mini-billetjes.' Mijn zoon zit in bad en zijn zus staat zich pontificaal in te zepen met haar achterste op zijn neushoogte. Goed geobserveerd en raak getypeerd. Dat wil nog niet zeggen dat ik dan zo maar in de lach mag schieten. Mijn dochter verdedigt haar waardigheid.
'Ja hoor, en jij hebt een dikke kont.' Niet zo subtiel of fijnzinnig van mijn dochter, maar ook raak. Het kleddernatte washandje dat haar richting uit wordt gegooid is daarentegen mis en spat op de tegels van de badkamer uit elkaar. Hij bukt net op tijd voor haar washandje in de tegenaanval en het projectiel schiet rakelings langs mijn hoofd.
Ik zucht, rol de badmat op, want die droogt zo langzaam, leg hem in een hoek buiten bereik en trek de deur van de badkamer achter me dicht. Even beneden een kopje koffie drinken. Dat wordt straks dweilen als ik terugkom en het is mijn eigen schuld. Veel geintjes die je in een bad kunt uithalen hebben ze van mij, ik moet het eerlijk toegeven. En als ze zelf iets verzinnen, treed ik meestal veel te slap op. En soms zijn we alledrie leuk, en dan kan de pret natuurlijk helemaal niet op. Als ze dan bijvoorbeeld gaan bellen met de douchekop aan hun oor, ben ik nooit te beroerd om de kraan onverwacht open te draaien. Ook als we de zeep uit hun haren en oogjes hebben gedoucht, wil ik nog wel eens de warme kraan uitdraaien en de koude vol open. Mama komt al lang niet meer op het gegil en gekrijs af; zolang we alles maar zelf opruimen, bemoeit ze zich er niet meer mee.
Wie uitdeelt, moet ook kunnen incasseren. Dus als mijn dochter vraagt of ik het wratje op haar teen even van dichtbij wil bekijken, krijg ik een flinke dot badschuim in mijn gezicht. En natuurlijk heeft mijn zoon een mond vol water als hij me een dikke kus wil geven.
Jaren geleden, toen mijn eerste neef en nicht nog klein waren, ging ik vaak onverwacht bij hen langs, ravotte wat met ze, dronk nog een biertje en liet mijn zus vervolgens met twee wildgemaakte kinderen achter. Ze heeft me toen vaak gegund dat ik later nog eens zelf zou ondervinden wat ik aanrichtte. Inmiddels is het later, weet ik wat het betekent om ze zoet aan het slapen te krijgen na een waterballet in de badkamer of netjes aan tafel na een stoeipartij in een stapel herfstbladeren; en doe ik het toch.
Als ik terugkom in de badkamer zitten ze elkaar heel lief in te smeren met badschuim. Mijn zoon is Pinkeltje met een witte baard en zijn zus natuurlijk weer een prinsesje met witte krullen. Ze zingen heel schattig liedjes die ze op school geleerd hebben. Ik kan tot mijn verbazing met droge sokken naar het bad toe lopen.
'Zo jongens, even de haartjes wassen en dan afspoelen en afdrogen.'
'Niet met de koude kraan he pappa, echt niet doen hoor!'
Ik kan niets beloven.