Een uitgave van mats bv ©
MUZIEK
Jaargang V, 26
Als wij met z'n allen een stukje moeten rijden in de auto, voeren we meestal een goed gesprek. Natuurlijk. Maar soms zijn we ook stil. Even alleen met onze eigen gedachten. Zoveel kabaal als we normaal gesproken maken, zo mooi kunnen we heel af en toe zwijgen. Mij persoonlijk bevalt dat wel aan ons. Vooral in de auto gaat dat prachtig. Er is altijd een beetje geluid, zodat het niet doodstil is en het landschap trekt aan je voorbij. Je kijkt bij passerende mensen naar binnen en zij kijken naar jou en daarna zie je elkaar nooit meer. Zo'n momentje van zwijgend samenzijn, geeft een geweldige rust in ons huisgezin. En het komt hoogst zelden voor.
Voordat er dan weer iemand begin te praten, draaien we dan soms een mopje muziek.
En dat is makkelijker gezegd dan gedaan. In een gezin als het onze, waarin iedereen afzonderlijk over elk willekeurig onderwerp een eigen uitgesproken mening heeft, verstand van zaken of niet, zet je niet zomaar een muziekje op. Natuurlijk hebben mijn dierbare echtgenote en ik in de loop van ons huwelijk een zekere consensus bereikt. We verdragen elkaars muziek en proberen er aan te wennen. En ook zoon en dochter zijn meestal wel bereid hun onderlinge geschillen op te schorten als ze tegen hun ouders kunnen samenspannen. Aldus blijven er twee kampen over. Na één, hooguit anderhalf deuntje voor ons, komt steevast de drein voor kinderliedjes van de achterbank. Terwijl mijn echtgenote en ik op onze beurt niet veel meer dan drie nummers van de Leidse Sleuteltjes achter elkaar kunnen verdragen.
Zoals altijd heeft mijn dierbare echtgenote de gulden middenweg uit deze impasse gevonden.
In plaats van het stevige, meestal Engelstalige werk, afgewisseld met zoetsappige kinderdeuntjes, luisteren wij nu eendrachtig naar Nederlands zangers en zangeressen.
En dat bevalt eigenlijk prima.
'Ben mezelf niet en jarig niet geweest,' brult zoonlief enthousiast mee met een populair nummer. Om er daarna aan toe te voegen: 'Op het verkeerde feest.'
Verkeerd verstaan en niet begrepen, maar toch de goede wijs. Hij moet later maar naar de muziekschool.
'Owowow het is over, de liefde tussen jou en mij.' Goed verstaan, maar nog niet begrepen.
En dan, geheel onverwacht: 'Ome Kees heeft een probleem.'
Dat is geen liedje van dit bandje, noch hebben wij iemand in de familie die zo heet. Dit is improvisatie van onze zoon, eigen tekst op eigen muziek. Dat wordt conservatorium; zodra hij het woord kan uitspreken.
Later zal hij zeggen: 'Het begon eigenlijk op de achterbank van de auto van mijn ouders. Daar deed ik mijn eerste muzikale indrukken op.'
Omdat het voorlopig de enige strofe in zijn compositie is, herhaalt hij deze tot in den treuren. Als een haperende grammofoonplaat. Zijn zus wil hem wel een zetje geven.
'Wat is er eigenlijk aan de hand met Ome Kees?' vraagt ze alsof het haar interesseert.
'Eh...eh.. dood?' oppert de zoon. Even van zijn à propos.
'Maar dan heeft hij toch geen probleem meer,' sluit zijn zus dit af en de weldadige stilte keert terug in onze auto.