Een uitgave van mats bv ©
NET ALSOF
Jaargang V, 21
De voorbesprekingen voor Koninginnedag vinden bij ons alleen plaats bij wijze van voorpret. Want we weten al lang van te voren wat we gaan doen. Elk jaar hetzelfde. Naar de kermis, schietsalon en ballengooien en dan naar het circusje. Maar het blijft een bijzondere dag en we hangen niet voor niets de vlag uit.
'Dan ben ik jarig, hè mamma,' meent mijn dochter, die voor feest geboren is.
'Nee hoor schat, dat duurt nog een paar weekjes,' antwoordt mijn dierbare echtgenote, die even niet aan het opletten is.
'Nee mamma, dan doen we toch net alsof, dan ben ik toch de koningin en dan ben ik jarig.'
Natuurlijk, hoe konden we het vergeten, onze koningin-dochter. Als we door de feestelijke straten van onze woonplaats lopen, kan ik het ook wel begrijpen. Zo'n groot feest, iedereen wil toch zeker koningin zijn.
Voor de traditionele schietfoto in de schietsalon, is nauwelijks aandacht. Het lijkt wel alsof pappa dat alleen maar voor zijn eigen lol doet en niet voor de traditie. Alleen mamma kijkt keurig in de lens. Elma is op de hele foto niet te zien en Simon blikt wat afwezig in de ruimte. Die is met zijn hoofd al bij de ballengooitent. Daar en nergens anders ligt voor hem het hoogtepunt van de dag. In een mum van tijd heeft hij zijn bakje met ballen geleegd, ze vliegen alle kanten uit. En toch de hoofdprijs: een schietgeweer. Elma probeert nog wat te maken van haar bakje met ballen en na lang wikken en wegen kiest zij precies hetzelfde knuffelhondje als vorig jaar.
Net als vorig jaar is het circus ook weer heel leuk, al begrijpt Simon niet waarom hij in de tjokvolle tent niet alvast zijn schietgeweer mag uitpakken en uitproberen.
Dan hebben we het wel weer zo'n beetje gezien, maar om mamma een plezier te doen lopen we nog even over de rommelmarkt. Elk jaar kopen we daar zo'n enig antiek glazen koektrommeltje, waarvan we halverwege het jaar steevast de deksel kapot laten vallen, zodat we volgend jaar weer...
Hè, daar staat een bekende zijn zolder leeg te verkopen. Zijn kinderen zijn blijkbaar al wat groter, want er ligt op zijn dekentje veel uitgespeeld speelgoed. Hij wil gaan opbreken, want hij staat er al van voor dag en dauw. Wie maakt hem los? Wil Elma soms de pop hebben die bijna zo groot is als zijzelf?
'Goh,' reageren wij leuk verrast, 'dat wil je vast wel hè schat?'
Nee, vergissinkje, ze wil die pop niet.
Verlegenheid alom, het was toch zo aardig bedoeld. Mijn dierbare echtgenote en onze dochter overleggen even met elkaar op fluistertoon.
Ben ik toch benieuwd. Zal ze de pop aanpakken, hoewel ze hem niet wil, zal ze doen alsof, net als de koningin, die vast ook niet alles leuk vindt wat ze op haar verjaardag krijgt.
Mijn vrouw geeft de gefluisterde boodschap door: 'Ze vindt de pop heel mooi, maar ze hoeft hem toch niet.'
Ze ís een koningin, mijn dochter, ook al wordt ze het waarschijnlijk nooit.