Een uitgave van mats bv ©
OM TE HUILEN
Jaargang VI, 42
Er wordt tegenwoordig bij ons thuis wel eens gepuzzeld. Niet speciaal omdat iemand van ons daar goed in zou zijn, maar meer omdat ik de boekjes nou eenmaal van mijn werk mee naar huis neem en dan kunnen ze net zo goed even worden ingevuld. Dat doet mijn dierbare echtgenote er even bij. Over het algemeen staan de oplossingen van de puzzels trouwens achterin die boekjes en ik zie haar opvallend vaak bladeren. Nou ben ik zelf zeker niet principieel tegen vals spelen, maar vals spelen tegen jezelf is toch wel het domste wat er bestaat omdat je op voorhand weet dat je betrapt zult worden. Maar een beetje puzzelaar zoekt het goede antwoord liever achterin op dan dat hij het aan een niet-puzzelaar in de kamer vraagt, omdat die nou eenmaal hinderlijk vaak de oplossing heeft.
Tussen alle puzzelboekjes die ik meeneem zit ook een junior-versie en die wordt op een regenachtige middag op onze kinderen uitgeprobeerd. Eigenlijk zijn ze daar nog wat te klein voor, omdat je moet kunnen lezen om de oplossingen achterin te vinden, maar samen met mama lukt het wel. Ze vinden het leuk om te raden en ook om elkaar af te troeven.
'Ik ben toch nét iets slimmer dan jij.'
'Een groente waarvan je moet huilen,' vraagt mama.
'Boerenkool,' roept onze zoon meteen en dat is heel merkwaardig, want hij krijgt bijna nooit boerenkool, hoewel dat papa's lievelingseten is. Bovendien komt boerenkool met worst en daar is hij gek op.
'Tomaat?' probeert hij in de herkansing. Want tomaat vindt hij echt heel erg vies, maar omdat het heel gezond is, moet hij er toch altijd één stukje van eten. Dat is bij ons de manier om iets te leren eten.
Dan vallen ze even stil. En dat zegt heel wat over de chef-kok bij ons thuis. Elke dag komt er gezond, vitamines en liefst vers en onbespoten op tafel en de kinderen moeten gewoon hun bordje leegeten en ze kunnen niet eens groenten om te huilen verzinnen.
Als ze dat mij vroeger hadden gevraagd, wat niemand deed, had ik alles opgenoemd wat niet boerenkool was.
'Pasgetti,' doet de jongen nog een poging, maar hij gelooft het zelf ook niet, want hij kan spaghetti dan wel niet uitspreken, maar hij kan er wel makkelijk twee borden van op.
'Allemaal fout,' zegt mama, maar ze geeft nog een hint: 'het is met twee letters.' Dat is om haar dochter te helpen, die nog niets heeft kunnen verzinnen, maar die de enige is die iets van letters weet.
'Sla?'
'Nee, dat is drie letters.'
'Dat dacht ik al, want dat vind ik niet lekker, maar ik eet het toch op.'
'Het goede antwoord is ui,' verklapt mama.
Vol onbegrip staren de twee puzzelaars-in-spe haar aan; dat is niet alleen maar één letter, maar bovendien hoeven ze ui nooit op te eten, dus daar hoeven ze vanzelf ook niet van te huilen. Misschien moet mama even achterin kijken of dat wel goed is.