Een uitgave van mats bv ©

OMA

Jaargang I, 15

Gelukkig heeft onze dochter nog twee oma's. De opa's zijn er helaas niet meer en die missen we ook heel erg, maar de oma's zijn er nog, al wonen ze niet naast de deur.
Een kind van haar leeftijd kun je natuurlijk niet uitleggen wat een oma is, maar dat hoeft ook niet. Wij stellen ons zo voor dat als je een rij opstelt van twintig aardige grijze dames dat onze dochter vlekkeloos haar oma's er uit zou pikken. Dat zal wel niet waar zijn, maar het is een aardige gedachte.
Feit is in elk geval dat het iets bijzonders is met oma's en kleinkinderen en bij ons is dat niet anders.
Die van ons zijn allebei heel verschillend, bijvoorbeeld alleen al in kleinkinder-ervaring. Voor de ene oma is onze dochter het eerste kleinkind. Dus toen we haar tijdens een visite voorstelden om het avondeten te voeren, twijfelde ze. Want ze had al gezien dat dat eten bij ons volgens een bepaald ritueel ging. Zou dat wel lukken? Natuurlijk lukte dat; zonder geknoei het hele bordje leeg. Moeilijk te zeggen wie achteraf trotser was, de oma die al een heel gezin van haar zelf had grootgebracht, of onze dochter.
Voor de andere oma is die van ons kleinkind nummer acht. Dat betekent dat deze oma voor de achtste keer een kind de hemel in prijst. Slimmer, knapper en liever dan onze dochter heeft ze er nog niet een meegemaakt. Ik heb het haar al zeven keer eerder horen zeggen, maar ik luister er ook nu weer met veel plezier naar, niet in de laatste plaats natuurlijk omdat ik weet dat ze gelijk heeft.
Want voor kleinkinderen mogen oma's heel belangrijk zijn, voor ouders zijn ze onmisbaar. Die trots op de eerste tandjes, de eerste stapjes, die angst bij de eerste hoge koorts, de zorg voor de opvoeding en de toekomst. Oma's hoef je niks te vertellen. Die hebben het allemaal zelf meegemaakt. Oma's mopperen op pappa en mamma, dat ze niet bij het eerste de beste kreetje moeten opspringen, dat ze best eens tien minuten achter elkaar mag huilen omdat dat goed is om de longetjes te oefenen. En vervolgens mag je spruit gerust met zijn vieze vingers aan de glazenkast waarvan jij nog haarfijn weet dat je er altijd voor op je donder kreeg.
Opscheppen over je kind, vergelijken met hoe je zelf vroeger was, horen dat het vanzelf allemaal goed komt. Vorige zondag waren we bij de ene oma, volgende week gaan we naar de ander.