Een uitgave van mats bv ©
OP DE FOTO
Jaargang VII, 18
Van ons huis uit twee keer de hoek om en dan nog een halve rotonde en daar lonkt de provinciale weg naar het platteland. Gas geven! Maar het eerste stukje van die weg is nog bebouwde kom en daar is kort geleden het straatmeubilair aangepast. Er is een mooie stevige paal langs de weg gezet met daarbovenop een vierkant kastje met twee ogen erin. Binnenin dat kastje vermoeden we een camera. Het schijnt dat deze zogenaamd flitspalen elders in het land niet zo'n lang leven beschoren zijn. Boze gefotografeerde automobilisten schijnen de discussie aan te gaan met behulp van jachtgeweren, of ze trekken ze gewoon om met tractors of fourwheeldrives. Zulke dingen gebeuren bij ons natuurlijk niet. Wij betalen gewoon onze bekeuringen en nemen ons heilig en schijnheilig voor om het nooit meer te doen. Ook schijnen onze vrienden van de politie het soms niet helemaal bij te kunnen houden met fotorolletjes verwisselen en dus dreigen sommige van die palen wel, maar flitsen ze niet. Wij vrezen dat de paal die sinds kort ons straatbeeld verlevendigt, het nog gewoon doet, die staat er nog heel fris bij.
Mijn echtgenote heeft me ettelijke keren gewaarschuwd, maar de politie waarschuwt maar één keer: uw snelheid is zojuist gemeten.
'Oei,' zeg ik, of woorden van gelijke strekking.
'Wat is er papa?' klinkt het van de achterbank, die even niet zat op te letten omdat er luidkeels moest worden meegebruld met de muziek van Marco Borsato.
'We zijn zojuist gefotografeerd jongens.'
'Jammer dat we dan niet met de mooie auto zijn,' meent mijn dochter, 'dan hadden we er mooier opgestaan.'
'Sturen ze die foto dan op?' vraagt mijn zoon, 'dat zal mama leuk vinden.' We zijn inderdaad met mama's auto, maar ergens betwijfel ik of die er mee zal kunnen lachen.
'Nee hoor, ze kijken alleen maar hoe hard we gereden hebben.'
'Dat is beter dan een bekeuring,' denkt de jongen.
'Die krijgen we ook, want misschien heb ik een beetje te hard gereden,' moet ik de jongen teleurstellen.
'Maar het is beter dan naar de gevangenis,' blijft hij optimistisch.
'Het allerbeste,' doceert mijn dochter, en we horen aan haar stemmetje dat we nu een lesje krijgen, 'is het om niet hard te rijden. Als je hard rijdt en iemand anders staat stil dan ga je er tegen aan duwen, botsen.'
'Ja maar...,' begin ik, maar diep in mijn hart weet ik dat je niet met de politie of je dochter in discussie moet gaan.
'Kun je misschien even stoppen, pappa?'
'Dat is hier een beetje moeilijk jongen.'
'Ja maar ik wil een foto van die politiepaal maken.'
Tot groot verdriet van de winkel die onze foto's ontwikkelt en waar je mislukte opnamen mag weigeren, heeft onze zoon zijn artistieke werkterrein uitgebreid naar de fotografie.
Ikzelf vind het een mooie geweldloze vorm van stil protest en toch oog om oog en gelijke munt, maar ergens betwijfel ik of iemand bij het justitieel incassobureau er om zal kunnen lachen.