Een uitgave van mats bv ©
OP MEZELF
Jaargang V,6
'Kom maar hier jongen, dan help ik je even.'
'Nee, nee, ik wil mezelf helpen.'
Elke ochtend hetzelfde liedje bij het aankleden. Maar hij heeft wel gelijk, zijn zus mag het zelf doen, dus hij eigenlijk ook.
'Leef óp mezelf, ik ben alleen,' zingt onze dochter lekker vals. Dat klinkt dramatischer dan dat ze het bedoelt. Het is gewoon een song uit een videofilm die ze de laatste weken keer op keer bekijken en die ze dus bijna letterlijk kunnen meezingen. Aan de andere kant, zit er een kern van waarheid in het liedje. We helpen haar alleen nog maar met de echt moeilijke dingen, een maillot bijvoorbeeld. Voor de rest moet ze het zelf opknappen. En opschieten, want anders zijn we te laat op school.
Als we haar broer zijn gang laten gaan, komt niet alleen iedereen te laat, maar hij ook met twee benen door een broekspijp en de trui achterstevoren. Dus gaan we hem helpen zichzelf te helpen. Dat is natuurlijk sowieso de kern van opvoeden.
'Kijk jongen dat is een gulp en die moet vóór.'
'Waarom?'
Ik laat hem zien waarom. Dat vindt hij een openbaring. Dat hij daar niet zelf opgekomen is. Keer op keer gebruikt hij het gulpje waarvoor het bedoeld is. Natuurlijk komt zijn zus er zich mee bemoeien en zo smoren mijn goede opvoedbedoelingen weer in de kiem. Snel maak ik dan ook van de grote hilariteit gebruik om het heft weer in handen te nemen.
Terwijl ik hem verder aankleed, klets mijn zoon gewoon door.
'Pappa ik ruik spaghetti.'
Nou eten wij niet vaak spaghetti en zeker niet als ontbijt, dus hij zal wel after shave bedoelen of haargel, of tandpasta. De dingen die een man van mijn leeftijd bij het ochtendtoilet gebruikt.
'Nee, van de achternaam ruik ik spaghetti.'
Nou denk ik dat hij bedoelt dat hij in mijn aftershave op de achtergrond iets ruikt dat hem in de verte aan spaghetti doet denken, maar mijn vrouw denkt dat ik hem nu toch echt te hoog inschat. Hmm, misschien toch eens een briefje sturen naar de fabrikant van dit luchtje of een ander merk nemen. Wie wil er nu naar spaghetti ruiken?
'We gaan pap eten. Samen of alleen?'
Van mijn echtgenote krijgen ze allebei een eigen bordje en eten ze zelf. Natuurlijk, zo hoort dat. Bij wijze van uitzondering en puur voor de gezelligheid, mogen ze van mij wel eens 'samen' . Dat wil zeggen, de pap in een grote kom en om de beurt een hapje, waar ze om moeten vragen. Dat vinden wij nu eenmaal leuk.
'Pappa, mag ik een baby-poesje.'
'Natuurlijk schat, hier komt-ie, hap.'
'Mag ik nu een mamma-poesje want anders is hij zo alleen.'
'En mag ik nu een pappa-poesje want als de mamma gaat werken, is hij nog alleen.'
Goed zo dochter. Misschien worden ze niet consequent genoeg opgevoed die van ons, in elk geval wel politiek correct.
Wie was er nu aan de beurt voor een hapje, de zoon?
‘Mag ik een krokodil, die bijt in je bil?'
Macho!