Een uitgave van mats bv ©
OWEEWEEWEE
Jaargang VII, 1
'Hallo papa,' zegt mijn dochter jolig. Ze komt even langshuppelen. 'Wat ben je aan het doen?'
'Beetje aan het prutsen op de computer schat.'
'Ben je aan het internetten?'
'Inderdaad.'
'Aha, wéwéwé punt papa punt nl.'
Ik ben lang geleden opgehouden me over dit soort zaken te verbazen. Ik ben van nature geneigd om aan te nemen dat ik nu eenmaal een wonderdochter heb getroffen, maar de werkelijkheid is ook wel een beetje dat het kind haar ogen niet in den zak heeft. Je kunt tegenwoordig geen bestelauto meer voorbijrijden zonder www.punt nl. En ze kan tegenwoordig lezen met 120 kilometer per uur. Zelfs de chocopasta heeft zijn eigen website, www.kikkervriendjes.nl. Daar zijn we gisteren nog even geweest om een kleurplaat uit te printen. Wees gerust, we kopen ook nog wel eens gewone kleurboeken van papier, maar ons is wel opgevallen dat de kleurplaat die mijn zoon van de dokter kreeg omdat hij zo stoer was, ook regelrecht van het net geplukt was. Een beetje dokter is vandaag de dag ook www.dok.com.
De jongen is nog niet aan internet, maar wel aan de computer. Hij is net zo vlot met de muis als met de afstandsbediening van de televisie. Hij kan nog niet lezen en schrijven, maar wel zijn naam intypen om de score van spelletjes bij te houden. Het is inmiddels al zover dat we de computer net zo moeten rantsoeneren als de televisie; op regenachtige zondagen moeten we hem echt naar zolder jagen om leuk met Lego of Knecks te spelen. Hij zou nog liever een educatief programma over klokkijken spelen op de computer, als het maar op een scherm is.
Voor de zekerheid controleer ik even of de domeinnaam www.papa.nl nog vrij is. Mijn dochter en ik zouden daar dan een leuke digitale ontmoetingsplaats van kunnen maken. Helaas, meneer Van Vliet is me voor geweest, zeker ook een bijdehante dochter.
'Op internet kun je allerlei dingen versturen,' legt mijn dochter me uit.
'Klopt,' zeg ik, maar ik ben eigenlijk niet aan het opletten, want er gaat iets mis. Er gaat wel vaker iets mis met computers, zeker als je er zo veel verstand van hebt als ik.
'Mama stuurt bijvoorbeeld post naar Australië,' gaat ze onverdroten verder.
E-mail heeft inderdaad ook mijn vrouw het elektronische tijdperk binnen gesleurd, in eerste instantie omdat de dagelijkse telefoongesprekken met de vriendin-die-nooit-had-mogen-vertrekken wat te begrotelijk werden, daarna omdat ze de smaak te pakken kreeg.
Iedereen bij ons thuis is los op de computer, alleen ik nu even niet. Plop, het hele beeld valt weg.
'O,' zegt mijn dochter, 'ik zie het al: je hebt een virus. Jouw computer is ziek, hij heeft een computervirus. Net als Sylvester, die is ook ziek, die heeft een poezenvirus.'
Onze vriend de kat is inderdaad al een paar dagen niet lekker, maar dat komt volgens ons omdat hij stiekem van de chocolademousse gesnoept heeft, dat is niet goed voor katten.
Onder deze omstandigheden voel ik mijn spreekwoordelijke redelijkheid uit me wegvloeien.
'Jongetje!’ Tegen mijn argeloze zoon. ‘Heb jij weer chocolademousse zitten eten achter de computer?'