Een uitgave van mats bv ©

PARTY

Jaargang VI, 23

Onze dochter is weer eens uitgenodigd voor een verjaardagspartijtje. Een piratenfeestje nog wel, terwijl wij eigenlijk maar één piraat in huis hebben. Feitelijk was het een feest van de broer van haar vriendinnetje, die haar wat onverhoeds - maar daarom niet minder gezellig - heeft geïnviteerd. Omdat het zondagmiddag is, zijn we gelukkig in staat onze zoon ruimschoots te compenseren. Toevallig is er van de week net een nieuwe computer voor papa afgeleverd en dat treft bijzonder. We proberen samen alle spelletjes uit die tegenwoordig bij zo'n ding worden geleverd. We snappen er niet veel van, want we zijn natuurlijk te ongeduldig om de gebruiksaanwijzing een beetje te lezen, maar het is bar gezellig.
Als de oogjes vierkant zijn, pluggen we de oude elektrische gitaar in. Dat mag anders nooit, want dat kost een set snaren. En nu doen we het even lekker loeihard; mama zit toch ergens op zolder. Dat kost een set snaren. Maar het is heel gezellig.
Om de jongen wat te laten bekomen van al die gezelligheid en die overdosis aandacht, wordt een stukje televisie ingelast. Tevens kan nu een koekje en een glaasje limonade - van die dure, kant-en-klare - genuttigd worden.
Daarna gaan we onmiddellijk door met de fietstraining. Omdat wij het niet kunnen zetten dat zijn zus al kan fietsen en bovendien de eersten uit zijn klas het ook al blijken te kunnen, werken wij een spoedcursus af en die is in een beslissende fase. Hij kan al een meter of drie los; nu moeten we doorzetten, ook al vallen we een keertje. Vooruit, nog een rondje!
Nog voordat de dochter terug is, gaan we een ijsje halen en dat eten we ter plekke op een bankje in een waterig zonnetje op. Thuis sturen we samen de auto de garage in en dan blijkt zijn zus al weer thuis.
Het kan allemaal niet verhullen dat er in zijn klas opvallend weinig kinderen jarig zijn. Dat wij weten tenminste. Als ik hem de volgende dag naar school breng, schuif ik even aan bij juf. Of het een beetje gaat met onze zoon.
'Ja hoor, die heeft zijn draai wel gevonden.'
'Maar doet hij een beetje leuk mee?' dring ik aan.
'Meestal wel, maar hij heeft zijn humeurtjes.'
Je weet dat je kinderen ook trekjes erven waar je minder trots op bent, maar dat wil nog niet zeggen dat het leuk is om daarmee geconfronteerd te worden. Met gebogen schouders en slepende tred verlaat ik het gebouw. Zonder om te kijken zie ik achter me mijn zoon, heel klein, met afhangende schoudertjes, heel alleen in die grote kring kindertjes.
Nog diezelfde middag valt er een knalrode envelop in de brievenbus. Met een heuse postzegel; zeker nog zaterdag op de bus gedaan. Een uitnodiging! Voor een verjaardag! Een indianenfeestje nog wel! We zijn allemaal zo blij voor de jongen! Toevallig wilde mama net een wigwam voor hem gaan maken, nu die lapjespop voor de dochter zo leuk gelukt is. En boven in de kast liggen nog indianen-spullen waar de grote jongens van de overkant zijn uitgegroeid. Hoe is het toch mogelijk!
Die nacht is het nog lang onrustig op de hoogslaper.