Een uitgave van mats bv ©

PICKNICK

Jaargang III, 35

Elk jaar in het najaar doen ze een picknick op de crèche van mijn kinderen. En dit jaar was het heel speciaal feest omdat de crèche maar liefst tien jaar bestaat. Alle ouders maken iets zoets of iets hartigs om te eten en dat is heel gezellig. Dit jaar had ik eigenhandig een chocoladetaart gemaakt naar het recept van de kennis van een collega van mijn vrouw. Ze hebben er lekker lang mee gedaan, met mijn taart. Stevig en compact was hij, mijn taart, en zwaar. Maar wel goed van smaak, zegt mijn vrouw, die deze combinatie van goede wil en een serieuze poging positief wil benaderen en manmoedig een klein stukje genomen heeft.
Thema dit jaar was 'circus'. Alle kinderen moesten bij voorkeur als iets van het circus verkleed komen. Dat was sommige ouders gelukt en sommige niet. Sommigen hadden er echt flink werk van gemaakt en anderen hadden het altijd-goed-pakje van zolder gehaald. Die van ons gingen als publiek verkleed, want op het laatste moment wilden ze weer niks. Dat wil zeggen: de dochter wilde niks en dus wilde de zoon ook niks. We hebben ze heus wel gestimuleerd. Zij als tijgertje of toch maar koorddanseres, hij als Dikkedeur of sterke man met een streepjeshemd, een snorretje en een tatoeage. Te vaak heb ik in mijn eigen jeugd met loden schoenen in een carnavalsoptocht of een Koninginnedag-defilé meegelopen om mijn kinderen nu te dwingen.
Er was een poppenkast waarin werd uitgelegd hoe het nou echt zit met Jan Klaassen en Katrijn, dat het toch dezelfde Jan Klaassen was als die trompetter uit het lied van Rob de Nijs. Wist u dat?
Omdat de meeste echtparen zich verdeeld hebben in wegbrengers en ophalers, kennen we de helft van de ouders niet en zijn de kinderen eigenlijk de enigen die iedereen kennen. Dat is best wel een raar gezicht, van die ouders die hun kinderen naar voren duwen om contact te maken met andere kinderen waarachter ouders staan die ook aan het rondkijken zijn.
En als de voorzitter gesproken heeft bij gelegenheid van de tiende verjaardag en nadat iedereen die dat verdiend heeft een bloemetje heeft gehad, worden er ballonnen met kaartjes er aan vast opgelaten.
Het was een geweldig feest en toen we thuiskwamen hoefden we ook niet meer te eten.
Als we de volgende dag toevallig door de buurt fietsen, vraagt mijn dochter mij af waar haar ballon gebleven zou zijn.
'Heel ver weg,' hoop ik met haar mee. Want we hebben uitgelegd dat het de bedoeling was dat je hem losliet - voor deze keer wel - en dat het dan juíst de bedoeling was dat hij heel ver weg zou vliegen en dat iemand hem dan moest vinden en terugsturen. Best nog wel een ingewikkeld verhaal.
'Dat is 'm niet, hè papa?'
In een hoge boom hangt een rode flard ballon met een kaartje eraan.
Dat is 'm niet, dat weet ik zeker.