Een uitgave van mats bv ©

PICKNICK

Jaargang VI, 39

We kennen dat wel van parkeerplaatsen bij benzinestations langs de snelwegen. Daar staan van die tafels met banken er aan vast en daar zie je soms mensen hun boterhammetjes opeten. Dat is picknicken en dat zijn picknicktafels. Wij doen dat nooit, wij rijden altijd door omdat we toch bijna thuis zijn. In de speeltuin zie je het ook vaak, gezinnen met hele tassen vol meegebracht eten, limonade, appels en wat lekkers toe. Wij doen dat ook nooit, wij kopen meestal frietjes als we honger hebben in de speeltuin, of we zijn toch zo thuis.

Dus toen mama aankondigde dat we gingen picknicken, stonden we eerst wel een beetje vreemd te kijken. Maar mama weet wel wat wij gezellig vinden en toen de boterhammetjes in de koeltas waren ingepakt, gingen wij vast naar buiten om de deur van de auto open te houden. Verkeerd begrepen, we gingen met de fiets. Sinds kort kunnen we namelijk allemaal fietsen en dan is het logisch dat we dat ook doen. En veel leuker dan zo maar wat rondjes rijden, is ergens naar toe. In dit geval, zo bleek al ras, naar de hei om te picknicken. Wij zouden het nooit verzonnen hebben, maar mama dus gelukkig wel. En als je er over nadenkt, zou je je kunnen voorstellen dat nog een heleboel andere mensen dat ook kunnen verzinnen op zo'n beetje de enige mooie zondag van deze zomer. Niets is minder waar. Er fietsen nog wel een paar mensen op de hei, en er lopen er een paar hun hondjes uit te laten. Maar niemand picknickt. Daardoor laten wij ons in het geheel niet van de wijs brengen. Onze dochter zoekt een prachtige boom uit en daaronder spreiden wij onze plaid uit. Dan blijkt ook meteen hoe dapper dit plan van mama eigenlijk is. Want onder dezelfde boom waar wij zitten, liggen ook van die mooie groene plakkaten die erop duiden dat hier de heckrunderen ook wel eens picknicken. Heckrunderen zijn in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden geen runderen die achter het hek moeten blijven, maar die gewoon zo maar een beetje los rondbanjeren op de hei in het kader van natuurlijk. En mama wist dat! En ze weet ook dat er in en onder de hei allemaal ongedierte rondkruipt. En toch gaat ze heel flink op de plaid zitten. Mijn zoon en ik denken trouwens ook niet dat heckrunderen en ongedierte boterhammen met pindakaas lusten. We knorren gewoon tegen elkaar van gezelligheid. Of was dat een wild zwijn? Nee, grapje mama, kom maar weer zitten.

Je houdt zo'n idylle in zo'n overvol land toch helemaal niet voor mogelijk. Onze dochter gaat bramen plukken en ze vindt ze. Wat doen die fietsers en wandelaars eigenlijk allemaal, vraag je je af.

En dan is het al weer tijd om op te breken. Mama gaat toch niet meer zitten vanwege dat spinnetje van tien minuten geleden, de jongen wil weer fietsen en we moeten op de terugweg nog langs het benzinestation, want er zal niets lekkers in de koeltas.