Een uitgave van mats bv ©

PILLOW TALK

Jaargang VI, 52

Bij ons in bed hoor je nog eens wat. In de loop der jaren heeft zich bij ons een ochtendritueel ontwikkeld dat rechtstreeks het gevolg is van mijn merkwaardige gewoonte om een nieuwe ochtend niet zonder meer als zodanig te accepteren: zeg maar een ernstig ochtendhumeur. Daarom hebben wij ook geen wekkers in huis. Wij hebben mijn vrouw die waarschijnlijk vanzelf wakker wordt en ons dan wakker maakt door rond te gaan stommelen. Als zij onverhoeds niet in huis is, omdat ze naar Australië is bijvoorbeeld, gaan wij aan de slag met de gebruiksaanwijzingen van televisies en draagbare telefoons, maar dan verslapen we ons toch vrij regelmatig.

Terwijl de geur van vers gezette koffie het huis vult en we mama bij gebrek aan beter beneden met de kat Sylvester horen praten, kruipen de kinderen nog even bij mij in bed.

Mijn dochter is dan meestal helemaal klaar voor de dag, die zoekt de gezelligheid, haar broer wil liefst doorslapen, die heeft toch wat meer van zijn vader. 'Wanneer mogen we nou weer eens uitslapen.' Dat zou ik ook wel eens willen weten. Het is voor een vader prettig om iets van jezelf terug te zien in je zoon, maar het was voor de jongen zelf waarschijnlijk makkelijker geweest als hij een andere keuze had gemaakt uit het beschikbare erfelijke materiaal.

Vandaag gaat het gesprek over dromen. Ikzelf neem geen deel aan de discussie omdat ik me warempel niets kan herinneren van vannacht en bovendien willen mijn kaken en stembanden nog niet zo.

Onze dochter wel, die heeft prettig gedroomd. Over haar vriendje, wiens naam we om privacyredenen niet zullen noemen.

'Zeker dat je hem gekust hebt,' zegt haar broer, wat mopperig omdat hij zich zijn eigen droom niet precies kan herinneren, maar wel nog weet dat hij eng, avontuurlijk en spannend was. Zo droom ik ook als ik het me kan herinneren.

Nee, gekust heeft ze hem nog niet, bekent ze lacherig.

'Hoe moet dat dan als je getrouwd bent?' De vraagstelling van de jongen bevalt me wel, zo was ik vroeger in mijn journalistentijd ook. Recht op het doel af en desnoods een beetje impertinent, als je maar te horen krijgt wat je wilt weten.

Zover is het nog lang niet, denkt zijn zus, want misschien gaat hij wel verhuizen en dan is het sowieso over.

De jongen begrijpt niets van vrouwen: 'Ik heb Saskia wel gekust en ik ga later naar Australië verhuizen.'

Met andere woorden: liefde overbrugt alles. Zo romantisch was ik vroeger ook.

Ik begrijp er na al die jaren nog steeds niet veel van, maar ik zou me kunnen voorstellen dat Saskia in Australië niet op hem gaat zitten wachten. Aan de andere kant, je weet maar nooit, dus ik houd mijn mond.

Maar daar is mama al: 'Opstaan luiwammesen en aankleden, hoe vaak moet ik het nou nog zeggen.'

Ze heeft het helemaal nog niet vaak gezegd, maar bij ons zijn nu eenmaal grote woorden nodig om ons uit bed te krijgen.

De dag is weer begonnen en met je blote voeten op de koude tegels van de badkamer is er geen plaats meer voor romantiek.