Een uitgave van mats bv ©

POST

Jaargang VII, 10

Uit mijn vroegere dorp is post gekomen. Af en toe heb ik het wel eens over waar ik vandaan kom. Bijvoorbeeld dat je daar de Maas statig zeewaarts kon zien vloeien. Over het winkeltje bij de kerk waar ik vroeger snoep kocht en stiekeme sigaretten, ook al kunnen ze zich dat nu zogenaamd niet meer herinneren, en waar ik na al die jaren nog eens terugkwam en dat dezelfde mevrouw nog achter dezelfde toonbank stond en dat ze me toen nog kende. Over het landje van de meester waar ik elk jaar de kerstboom ging uitzoeken. Een hele hoop vertel ik ook niet natuurlijk. Over die lange trap van het kerkplein naar het paadje langs de oever van de Maas zwijg ik discreet. Ik wil al die inmiddels eerzame vaders en moeders uit mijn dorp niet in diskrediet brengen, maar ik ben beslist niet de enige die daar op de bankjes hand in hand naar de sterren heeft zitten kijken, om het maar eens zo uit te drukken. Een mevrouw liet me weten dat ze me daar heus wel in de gaten hebben. Dat het nog goed gaat met onze oude buren. Zij gaat zelf regelmatig snoep kopen in het winkeltje bij de kerk en daar hebben ze het over mij gehad. De mevrouw achter de toonbank bleek net zo trots dat ze mij herkend had als ik. En meester blijkt nu in het bos op zijn landje te wonen. Goed zo, denk ik dan, blijkbaar een droom die uitgekomen is.

Toen ik laatst lekker anoniem terug was in het dorp om het aan mijn Hollandse vrouw en kinderen te laten zien, herkende ik nog heel wat. Nu ik deze brief lees, herinner ik me nog veel meer. Laatst had ze nog iemand gesproken, schrijft de mevrouw monter, die zich er over verbaasde dat ik nog zo goed terecht was gekomen.

Pardon?

Het is maar goed dat mijn zoon nog niet kan lezen. Ik kan thuis met smaak over vroeger vertellen en over de avonturen die ik heb beleefd, maar ik heb altijd het idee dat ik er van alles bij moet verzinnen om het nog een beetje spannend te maken voor de jongen. Goed, dan is mijn puberteit misschien inderdaad niet helemaal vlekkeloos verlopen, maar op een van die talloze middelbare scholen die ik heb bezocht, heb ik uiteindelijk gewoon mijn eindexamen gehaald. Dat moet het dorp toch hebben meegekregen. Ik kan me helemaal niet herinneren dat toen iemand twijfelde aan de goede afloop. Mijn moeder ook niet; maar inderdaad, die is misschien niet helemaal objectief.

Ik denk soms wel eens dat mijn jeugdverhalen niet eens genoeg opvoedkundige waarde hebben voor onze zoon, vanwege een tekort aan galg en rad onderweg.

Niet zoals bijvoorbeeld Kruimeltje, de klassieker die we eerst hebben voorgelezen en toen op video hebben gezien. Dat maakte nog eens indruk op de jongen.

'Ik ben niet zo stout als Kruimeltje hè pappa?'

'Nee hoor jongen, en trouwens ik ben toch ook goed terecht gekomen?'