Een uitgave van mats bv ©

RECTIFICATIE

Jaargang V, 48

Met uw permissie kom ik terug op die kat. Waarvan ik geschreven heb dat hij niet helemaal jofel is. Er is mij nadrukkelijk verzocht speciaal te vermelden dat dat mijn privé mening is. Dat mijn gezin zich distantieert van mijn uitlatingen en dat Sylvester juist een grote lieverd is.

Ik wil daar toch een paar dingen van zeggen.

Om te beginnen, moet men niet te zwaar tillen aan de uitdrukking 'niet jofel'. Ik heb jarenlang naast een buurmaan gewoond die niet helemaal jofel was, maar waar je erg mee kon lachen. Waarmee ik niet wil zeggen dat er met onze kat wat te lachen valt; niet wat mij betreft, tenminste.

Dan wordt er gesuggereerd, ook door briefschrijvers en e-mailers, dat ik 'gewoon' een kattenhater zou zijn en dat ik de dieren niet begrijp. Ik ontken dit in alle toonaarden. Ik heb niets tegen katten. Al jaren heb ik altijd katten en met de meeste heb ik een uitstekende verstandhouding gehad. Over het algemeen begrepen we elkaar. Ik heb niets tegen katten in het algemeen.

De kat waar we het nu over hebben, begrijpt niet eens dat zijn lidmaatschap van dit gezin afhangt van mijn goedkeuring. Aan de manier waarop hij mijn bureaustoel bezet houdt met zijn grote lijf kun je zien dat hij denkt dat het andersom is. Als pappa er niet tegen zou kunnen, was ooit de afspraak, zou hij weer teruggaan naar zijn moeder. Maar wat is 'niet tegen kunnen'. Hoe hard moeten mijn ogen tranen en mijn neus lopen? Telt psychische schade ook? Het is helemaal niet aan de orde, maar het is ook makkelijk gezegd. Je kunt je afvragen of zo'n kattenmoeder wel zit te wachten op de thuiskomst van zo'n slungel.

Niettemin zou een familiereünie misschien een goed idee zijn. Eens zien wat er van zijn broers en zussen terecht gekomen is. Of er daar misschien ook een bij is die de kinderen 's ochtends naar school brengt en vervolgens gezellig met baas of bazin terug kuiert. Ik denk wel eens dat het iets is geweest in de opvoeding van dat nest. Of misschien wel in het eten. Hondenbrokken in plaats van kattenbrokjes. Dat zou bijvoorbeeld het gedrag van onze kat ten aanzien van de kippen kunnen verklaren. Het heeft nog even geduurd voordat we het in de gaten hadden. En achteraf gezien is dat ook wat hij toen met het logeerkonijn heeft gedaan, wat ik toen nog ongezonde belangstelling heb genoemd. Hij hoedt de kippen. Als een herdershond schapen. Plat op de buik op de loer liggen en als er eentje afdwaalt van de kudde een omtrekkende beweging maken, weer plat op de buik en de desbetreffende kip terug de groep in drijven.

Dat is wat ik bedoel met 'niet jofel'. Al moet ik toegeven dat het een leuk gezicht was om de ruwharige teckel van een paar huizen verder te zien opkijken van onze herderspoes. Die dacht weer even een kippetje te komen verschalken.

Want ik mag dat in zijn algemeenheid niets tegen katten hebben, ruwharige teckels is een heel ander verhaal.