Een uitgave van mats bv ©

RUZIE

Jaargang VII, 7

'Slecht nieuws, papa,' kondigt mijn dochter onheilspellend aan. Ik denk dat het wel zal meevallen, want het is vanmiddag helemaal geen middag voor slecht nieuws. Zat net rustig de krant te lezen, of tenminste net te doen alsof en de kinderen waren aan het tekenen. Ze is onverhoeds op me afgehuppeld en heeft me zomaar getrakteerd op een dikke kus. Dat zijn de lekkerste en dat is op zichzelf niets bijzonders, wij zitten gewoon nogal knuffelig in elkaar.

'Mijn beste vriendin is mijn beste vriendin niet meer.'

Oei, het is ernstiger dan ik dacht, de krant gaat terzijde.

'Dat is niet zo mooi,' begin ik voorzichtig.

'Nou ja, ze is nog wel mijn vriendin hoor, maar ze doet soms stom en ze is niet meer mijn beste vriendin.'

'En nou zit je dus zonder.'

'Ja, maar er is wel een ander meisje die geen beste vriendin heeft, misschien dat die...'

Dat lijkt me iets te makkelijk, je beste vriendin zomaar droppen omdat je ruzie hebt en dan meteen een andere beste vriendin uitzoeken. Maar ik heb ook niet zo een, twee, drie een pasklare oplossing.

'Ik vind het wel heel vervelend voor je, hoor meisje,' houd ik me maar een beetje op de vlakte. Ik zou dit niet direct willen kwalificeren als een goed gesprek tussen vader en dochter, maar blijkbaar is ze al blij dat ze er met iemand over heeft kunnen praten en ze gaat welgemoed verder met haar tekening. Voorzichtig pak ik de krant weer op.

Zodoende is het mijn dierbare echtgenote die te telefoon moet aannemen als hij rinkelt.

'Wacht even, ik geef je haar zelf even,' zegt ze als ze een paar minuten heeft geluisterd. Ik concludeer dus dat de ex-beste vriendin aan de lijn is.

'Hallo,' zegt mijn dochter vlak en ze luistert vervolgens weer een paar minuten. Blijkbaar valt er aan de andere kant heel wat uit te leggen.

'Dat is goed hoor,' zegt ze dan en geeft de hoorn zonder al te veel verdere plichtplegingen terug aan haar moeder. Die weet van geen ruzie en maakt dus nog een praatje voor de gezelligheid.

'Wanneer kom je nou eens bij ons logeren,' want dat was afgesproken. Weer een heleboel tekst aan de andere kant en het gesprek wordt opnieuw afgesloten met 'dat is goed hoor.'

'Ze komt nog even een cadeautje brengen voor jou, schat.'

Nou is het niet gebruikelijk dat moeders op zondagmiddag tegen het avondeten nog met hun dochters door de stad gaan rijden, dus ik breng mijn dierbare echtgenote op de hoogte van het gesprek van zojuist en we stellen ons verder neutraal op.

Ze komen ook maar heel even binnen, want het broertje blijft in de auto wachten, maar ze heeft een heel lief mini-bloemstukje gemaakt voor haar beste vriendin.

'Toe dan, geef elkaar eens een dikke knuffel,' breken wij het ijs als de dames wat schutterig tegenover elkaar blijven staan.

Misschien zal deze vriendschap de eeuwen niet trotseren, maar de komende schoolweek is in elk geval gered.