Een uitgave van mats bv ©
SCHOOLRITME
Jaargang IV, 43
Moderne tijden of niet, ik val behoorlijk uit de toon als ik mijn dochter een hele dag haal en breng van en naar school. Omdat het bij ons toch veelal de moeders zijn die het moordend ritme van de schooltijden trotseren. 's Ochtends zijn we met meer vaders. Maar tussen de middag en in de namiddag moet de buurvrouw echt moeite doen om me een beetje erbij te laten horen. Mijn dochter en ik vinden het buitengewoon gezellig. 's Ochtends mogen wij ouders van Groep 1 tot in de klas komen. Zij en ik zitten dan meestal naast elkaar commentaar op de vaders en moeders en kinderen te fluisteren. Vooral wie wie is en bij welke vader of moeder hoort. Andere ouders lezen hun kinderen boekjes voor, maar dat kunnen wij net zo goed thuis doen. Dan komt er altijd wel een kind met de armpjes op de rug voor me staan om me duidelijk te maken dat het wil zitten waar ik zit, naast mijn dochter. Of juf zegt dat we moeten gaan. Voor de lunch mogen we maar tot het hek halen en brengen. Dat is rennen, rennen, rennen. Handjes wassen, boterham, tanden poetsen en de jas al weer aan. Pas 's middags hebben we even tijd om wat bij te kletsen als ouders onder elkaar en dan wordt meteen duidelijk of er op kind-niveau afspraken zijn gemaakt om over en weer te gaan spelen. Die van mij is vanmiddag vrij en huppelt opgewekt aan mijn zij naar huis. Ze babbelt honderd uit hoe het vandaag gegaan is, wie wat gedaan heeft en hoe dat jongetje heet dat daar loopt.
'En pappa, weet je...'
'Ja schat...'
'Er was een beetje rook en toen gingen we allemaal naar buiten...'
'Goh...'
'Ja. Toen kwam de brandweer, die maakt heel veel lawaai, weet je dat?'
Nou, dat is toch groot nieuws op zo'n gewone doordeweekse middag, dus daar staan we even voor stil. Maar eerst moet ze nog een eikeltje oprapen; inderdaad, een heel mooi exemplaar.
'Vertel eens. Was er dan brand bij jullie op school?'
'Nee hoor. Een beetje rook. Je weet wel, met de kleur van mist...'
'Spannend zeg.'
‘Maar niet bij ons in de klas hoor.'
Nou, dat was dan nog een geluk bij een ongeluk. In gedachten verzonken lopen we naar huis en dan leidt een vriendje van school de aandacht af. Ze wil hem een beetje in de gaten houden omdat ze in de komende vakantie een keer bij hem gaat spelen. Ze moet een groot deel van de route achterstevoren lopen omdat hij achter ons blijft. Ze klimt in het tuinhek om hem nog eens aandachtig te bekijken als hij langs komt lopen met zijn oppas.
We zwaaien even en dan zijn ze al weer voorbij.
Ik had misschien moeten informeren of zij iets gehoord hadden van de brandweer.
Niet vergeten na de vakantie juf er even over aan te schieten.