Een uitgave van mats bv ©
SCHRALE TROOST
Jaargang V, 47
Zij van hiertegenover zijn eindelijk vertrokken. Dat heeft nog heel wat voeten in de aarde gehad en daar is uiteindelijk nog menig traantje om geplengd. We zijn nog een keer gezellig wezen eten en toen stonden we op een vroege zaterdagochtend met z'n allen in pyjama te zwaaien en te janken. Zij in de auto ook en dat was natuurlijk ook de reden dat we niet mee mochten naar Schiphol om ze echt uit te zwaaien.
Inmiddels heeft zij al gebeld met mijn echtgenote dat ze waren aangekomen in Australië en hoe de reis was. Want het is natuurlijk niet meer zoals je vroeger emigreerde. Dan stond je op de kade van de langzame boot - die deed er zes weken over - en dan zwoei je je dierbaren uit voor eeuwig. Die zag je nooit meer, tenzij je er jaren later 'Spoorloos' op los liet. Tegenwoordig bel je voor een dubbeltje de wereld rond en op ons afscheidsetentje hebben we webcams uitgewisseld. Dat is heel modern, zodat je elkaar over Internet niet alleen kunt schrijven, maar ook kunt zien. Vooropgesteld dat we dat allemaal aan de praat krijgen natuurlijk.
Hun goudvis is niet meegegaan naar Australië. Die woont nu bij ons. Die kon er nog wel bij. Plaats genoeg in deze mini ark van Noach. Vier taaie soepkippen die consequent weigeren om eieren te leggen, een kat die niet helemaal jofel is en die nu al twee keer zo groot is als een normale kat, maar die nog steeds doorgroeit, dan valt een goudvisje meer of minder niet eens op.
Mijn zoon heeft hem een naam gegeven. 'Starrie', van Star Wars.
'Ja,' vult zijn zus aan, 'Starrie Beljaars.' Want bij ons heeft ieder dier ook een achternaam. Bijvoorbeeld Sylvester Heffels, zo heet die kat.
'Hebben we toch nog een leuke herinnering aan mijn allerliefste vriendin,' meent mamma blijmoedig, die overigens de laatste paar weken bedolven is onder cadeautjes ter afscheid en herinnering.
'En die ander heet Vlekje, hè pappa? gaat de dochter onverdroten voort.
Het kind zoekt ruzie, want die andere vis, die nu trouwens de hele tijd moet zwemmen voor zijn leven omdat de visite hem dreigt op te eten, is een van de laatste Sammen. Dat weet ze best, daar hebben we al een keer eerder ruzie over gehad.
'Nee pappa, want toen die grote Sam doodging, was de kleine sam al eerder dood en toen was er alleen deze nog maar, Vlekje.'
Wijsneus.
'Weet je dat niet meer pappa?'
We staren allemaal een tijdje zwijgend naar de stug doorzwemmende goudvissen.
'Ik mis haar wel hoor,' zucht mijn dierbare echtgenote tegen niemand in het bijzonder. 'De hele dag belt er niemand.' Want je kunt elkaar ook nog regelmatig bellen als je pal tegenover elkaar woont.
En inderdaad, als je er een tijdje naar kijkt, is zo'n goudvis ook maar een schrale troost.
Dan ploft er een dik rood gevaarte neer op haar schoot en begint luidkeels te spinnen.
Dat is al beter.