Een uitgave van mats bv ©

SPAREN

Jaargang VII, 5

Een keer per week, of zoveel vaker als nodig, steeds vaker, doen mijn echtgenote en ik 'de administratie'. Dat noemen wij zo omdat we mij een beetje in mijn waarde willen laten als hoofd van dit gezin. De werkelijkheid is dat zij het allemaal piekfijn heeft uitgezocht, geordend en geboekt en dat ik vervolgens een stapeltje acceptgiro's mag tekenen. Onder het motto dat iedereen in dit huishouden een specialiteit heeft: zij is goed met cijfers en ik kan zo leuk met de pen overweg.

Voor de grap zeg ik dan wel eens dat ze er zo met de kas vandoor zou kunnen als ze dat zou willen.

'Ja,' zegt ze dan, naar ik aanneem ook voor de grap.

Logisch dat zij de financiële opvoeding van de kinderen ter hand neemt. Voortvarend. Terwijl ik nog gewoon al mijn kleingeld dat niet in de parkeermeter past zo eerlijk mogelijk onder de kinderen verdeel, blijken ze opeens zakgeld te krijgen. Een gulden per week maar liefst, voor in de spaarpot en alleen als ze goed opgeruimd hebben en mama hebben geholpen met allerlei kleine klusjes. Let wel, ze hebben ook nog eens allebei een spaarbankboekje, voor later als ze gaan studeren. In sommige dingen zijn wij gewoon knal-ouderwets.

Ik begrijp het niet helemaal; als je inkomsten hebt, moet je ook uitgaven hebben en tot nu toe raken die spaarpotten voller en voller en als er eens een cadeautje moet worden gekocht voor mama, kan papa de portemonnee trekken.

Maar hun moeder legt dan uit dat ze moeten gaan begrijpen dat dingen geld kosten, ook bijvoorbeeld de kauwgumballenautomaat. Dat ze moeten sparen voor dure dingen die ze niet echt nodig hebben. Dat er niet meteen iets nieuws wordt gekocht als ze iets stukmaken, dat ze daar de gevolgen ook van moeten leren inzien. Gevolg van deze nieuwe regeling is opvallend vaak dat papa toch nog de portemonnee kan trekken, omdat ik immers altijd geld op zak heb voor de parkeermeter.

Terwijl mijn dochter gestaag doorgaat met het vetmesten van haar spaarvarken, heeft mijn zoon al na een paar weken een bestemming gevonden voor zijn nieuwe rijkdom: de verrassingballenautomaat naast de ingang van de supermarkt. Inworp één gulden.

'Mag dat mamma?'

Dat mag, want het zijn immers zijn eigen centjes. Volgende keer als hij meegaat boodschappen doen.

In de wetenschap dat het met ons huishoudboekje ook steeds goed komt, bemoei ik me er niet mee. Ik zeg zelfs niet hoeveel zakgeld ik vroeger kreeg, toen ik veel ouder was dan hij.

En ik bijt m'n tong bijna af als ik hoor hoe het is afgelopen. In het plastic balletje dat de automaat uitspuwde, zat een prul voor meisjes.

Het moet gezegd, hij pikte zijn verlies als een vent, vertelt mijn dierbare echtgenote. Wel hevig teleurgesteld, maar niet gezeurd. Duidelijk iets geleerd. En omdat ze dat tegelijk stoer en zielig vond, heeft ze hem die gulden teruggegeven. Moeder-logica.

Ach, hij heeft ook niet op een dag leren fietsen.