Een uitgave van mats bv ©
SPRUITJES
Jaargang V, 3
En opnieuw is er een mooie jonge traditie in ons huisgezin rücksichtslos overboord gezet. De ochtendpap is ingeruild voor boterhammen. Weliswaar boterhammen van mamma's eigen brood, maar toch. Zelf was ik wel gehecht geraakt aan die twee bordjes pap. De ochtendstond vindt mij zelden met goud in de mond, dat is bekend, en als ik dan een keer vroege dienst heb, laat zo'n bordje pap zich makkelijk half slapend klaar maken. Denk daar overigens niet te licht over, zo simpel is het nou ook weer niet. Enige ervaring kan goed van pas komen. Teveel melk en te weinig pap en dus een slap geheel, geeft een knoeiboel; teveel pap in te weinig melk, levert weliswaar een mooie compacte massa op, waarin de lepel rechtop kan staan, maar valt wat zwaar op de maag. Daarbij maakt het dan ook nog uit welke pap je hebt. Er is pap voor kleuters, en voor wat oudere kinderen. Meergranenpap en pap met een smaakje. En allemaal laten ze zich anders mengen. Met een ervaring van een jaar of vijf, mocht ik mezelf zo langzamerhand een vaardig papmaker noemen. Over pap maakt niemand pappa meer wat wijs. Dat ging zelfs zo ver dat het eerste bordje een tiental seconden langer werd opgewarmd in de magnetron, zodat het kon afkoelen terwijl het tweede bordje werd klaargemaakt, waarna de schatjes tegelijkertijd geserveerd werden op precies dezelfde lepelklare temperatuur.
Goed, inmiddels is het allemaal overbodige kennis. Het voelt een beetje als met luiers, als je er eenmaal een beetje handigheid in hebt, worden ze zindelijk.
Waar ik me dan precies druk over maakt, zult u zich ongetwijfeld afvragen, samen met mijn dierbare echtgenote. Dat zal snel blijken.
'Waarom is ons eten altijd door de war en dat van jullie niet,' vraagt onze dochter een paar dagen later. Ik had toch gewaarschuwd?
'Ja, mamma,' zegt onze zoon die dat ook wel eens wil weten nu zijn zus er over begint.
'Ze worden groot,' verzucht mijn dierbare echtgenote vertederd. En dan tegen haar dochter: 'Misschien heb je daar wel gelijk in schat. Morgen krijg jij ook een bordje met alles los naast elkaar.'
'Dat wil ik ook,' zegt hij dan natuurlijk, daar kun je de klok op gelijk zetten.
'Jij ook, hoor jongen.'
Helemaal verkeerd! Tot ver in mijn lagere-school-periode prakte mijn moeder alles wat groen was door de aardappelen en verkocht het mij als boerenkool, waar ik dol op was. En kijk eens wat een flinke vent ik ben geworden! Dáárom is het eten van kinderen door de war. Dat moet zo!
Hoe maakt ik dat mama subtiel duidelijk aan deze tafel waar kleine potjes grote oren hebben.
'Het was weer heerlijk schat.' En, langs m'n neus weg, 'wat eten we morgen?' Dat is vragen naar de bekende weg want ik heb ze al zien liggen in het groentenmandje.
'Spruitjes.'
Mijn moeder zou gezegd hebben 'boerenkool'.
'Ik lust geen spruitjes,' zegt mijn zoon.