Een uitgave van mats bv ©
STAPPEN
Jaargang II, 49
We herinnerden ons nog goed hoe we toch min of meer de schoenenwinkel werden uitgelachen toen we daar voor het eerst met onze dochter kwamen. Die had toen net haar eerste vage loopbeweging gemaakt en wij, uiterst alerte ouders, gingen op schoenen uit. Als ze echt los kon lopen, moesten we maar eens terug komen, werd ons te verstaan gegeven. Met de zoon maakten we dus geen haast. De jongen wekte al vroeg de indruk zelfs geen slofjes aan zijn voetjes te kunnen velen, althans uit de kinderwagen te kieperen. Dus het onderwerp 'schoen' kwam pas ter sprake toen hij bij wijze van spreken en vlak daarna ook letterlijk de straat kon oversteken. In de tussentijd hadden we wel al wat stille wenken van de crèche gekregen. Dan kwam hij weer thuis met van die belachelijke meisjesachtige konijnenpantoffeltjes. 'Ja, hij moet toch iets aan zijn voeten hebben als we naar buitengaan.' Terwijl hij van ons en van zichzelf gerust op die dikke antislip-sokken naar buiten mag.
Je leert als ouder omgaan met dit soort signalen, maar je went er nooit aan. Je gaat toch denken. En zo word je vanzelf een gewillig slachtoffer van een hele aardige schoenverkoopster die ons routineus naar het duurste paar in de zaak toepraat: 'voelt u eens hoe buigzaam die zool is.'
Mijn echtgenote voelt, ik voel, mijn zoon trekt een paar schoenen van een stellage en mijn dochter krijgt een ballon van de meneer bij de kassa. Terwijl ik me afvraag of dit nu ook 'iets aannemen van een vreemde meneer is', dreigt onze zoon de winkel uit te schommelen. Als dat ook al weer niet mag, zet hij het maar eens op een brullen. Ook daarmee leer je omgaan als ouder, ook in een volle schoenenwinkel op een zaterdagmiddag. Maar dat is op een of ander manier toch niet de juiste sfeer om te informeren of er niet iets minder prijzigs, maar even buigzaams in de zaak te vinden is.
Ze staan hem natuurlijk heel erg parmantig, zijn eerste paar schoenen, maar zelf twijfelt hij nog even. Nadat hij zich de nieuwe stappers welwillend heeft laten aanmeten door de aardige schoenenverkoopster, wordt er geen stap meer verzet.
's Avonds thuis blijkt onder het eten dat de schoenen heerlijk tegen de kinderstoel schoppen. Dat pleit alvast voor ze. Na het eten wil hij dan ook al wel even erop staan. Meer nog niet, hij geeft gedoseerd toe, in kleine stapjes.
'Hup naar boven jongetje, in bad,' zegt mijn echtgenote. En dan vergeet dat jongetje dat hij aan het demonstreren was tegen zijn nieuwe schoenen en dat hij bovendien over het algemeen zogenaamd nog niet begrijpt wat zijn vader en moeder bedoelen. Sterker nog: hij loopt van de keuken naar de trap en hij begrijpt in overdrachtelijke zin dat 'naar boven' betekent dat hij die spannende trap op mag.
De eerste stappen in zijn nieuwe schoenen zijn meteen stappen in zijn ontwikkeling. Dat mag wat kosten.