Een uitgave van mats bv ©
STOER
Jaargang V, 4
'Oké pappa,' zegt de zoon op een toon die verder discussie overbodig maakt, 'ik ga wél bij Tilly logeren, maar dan ga ik jullie heel erg missen.' En daarmee worden de lange voorbereidingen voor de eerste echte logeerpartij afgesloten.
Wij willen helemaal niet horen hoe dat bij andere gezinnen gaat. Hoe makkelijk sommige kinderen zich blijkbaar laten stallen bij opa's en oma's of tantes en oppassen. Dat is helemaal het punt niet. Het probleem zit niet bij de kinderen of bij de logeermogelijkheden. Zo heb ik alleen al een paar zussen die zo langzamerhand hun rechten als tante beginnen op te eisen. Het probleem zit bij ons. Wij zijn bang voor heimwee en ongelukken en alle rampen die je maar kunt verzinnen als je zoveel fantasie hebt als wij. We kunnen ze gewoon niet missen, ook niet voor een nachtje.
Met veel praten en goed naar elkaar luisteren, zijn we er langzaam naar toe gegroeid. We hebben iets te vieren en dat gaan we met z'n tweeën doen en niets houdt ons meer tegen.
'En als er iets is dan kunnen jullie altijd bellen.'
'Ja, en dan komen jullie weer terug, hè pappa.'
'Nou, eh...,' probeer ik praktisch te blijven, want het hotel is wel al betaald.
'Ja natuurlijk, onmiddellijk,' haast mamma zich zeer nadrukkelijk, met veelbetekenende blik.
Vroeg in de ochtend heeft de zoon al zijn Star Wars rugzak ingepakt, speciaal voor de gelegenheid aangeschaft; zoals gezegd, wij bereiden dat soort dingen zorgvuldig voor. Al zijn pyjama's, een tandenborstel, knuffels en wat viltstiften zonder dop. Hij trekt zijn jas vast aan, rugzak om en gaat op de bank zitten wachten totdat we eindelijk gaan, ergens halverwege de middag. Zijn zus is misschien wat stilletjes.
Zelfs hun kussens en dekbedden worden ingeladen, 'want dan is het net alsof ze in hun eigen bedden slapen'. Tilly en haar man hebben een prima stel zoons grootgebracht en laten hun rijke ervaring een woordje meespreken.
Met duidelijk instructies over de cadeaus die we op de terugweg moeten meenemen, worden we uitgezwaaid. Onze dochter met haar 'ga maar, laat me maar alleen, ik zal heus niet huilen'-blik die de eerste 100 kilometer op je netvlies gebrand blijft.
Het gaat natuurlijk goed, we hebben het heerlijk met z'n tweeën. En hoewel we van te voren door Tilly gewaarschuwd zijn dat we voor drieën niet welkom zijn - die kent ons -, komen we hen eigenlijk een beetje te laat ophalen. Voor alle zekerheid hadden Tilly en haar man de grote klok in de kamer stilgezet op 7 minuten voor drie. 'Als de grote wijzer bovenaan staat, zijn pappa en mamma weer terug.'
Met zo'n logeeradres wordt het je wel heel makkelijk gemaakt, maar ik vind toch dat we alle vier heel erg stoer zijn geweest.
Onze dochter vindt het achteraf gezien wel meevallen: 'Als je alleen gaat logeren, dat is pas echt stoer.' En dat is dan weer een schattige manier om te zeggen dat ze het niet zo eng vond omdat haar broertje er bij was.
‘Zo,' zegt die, 'ik ga mijn tas inpakken en dan gaan we naar huis.'